Oostenrijkse industrie in crisis: is deïndustrialisatie reëel?
Sigi Menz bekritiseert misleidende uitspraken over de industrie in Oostenrijk en benadrukt de noodzaak van alomvattende strategieën voor concurrentievermogen.

Oostenrijkse industrie in crisis: is deïndustrialisatie reëel?
Er is alarm in de industrie in Oostenrijk! Sigi Menz, voorzitter van de federale industrieafdeling van de Oostenrijkse Kamer van Koophandel (WKÖ), beschrijft de laatste uitspraken van de Kamer van Arbeid als “vreemd”. Zij benadrukten dat de sector terugkijkt op een uitstekend decennium. Gezien de faillissementen in de productiesector en het naderende derde jaar van recessie beschouwt Menz dit echter als zeer misleidend. De lagere verkoopprijzen, hoge kosten en enorme eisen leggen een bijzondere druk op de metaaltechnologie-industrie, wat een sterke impact heeft op het concurrentievermogen. Uit een enquête onder zo'n 130 bedrijven blijkt dat elk tweede bedrijf al relocaties overweegt of daadwerkelijk doorvoert, vooral naar Oost-Europese landen en de VS. Deze migraties hadden tot gevolg dat in Oostenrijk ruim 5.000 banen verloren gingen, terwijl er in het buitenland nieuwe banen werden gecreëerd. Menz waarschuwt dringend: “Als het locatiebeleid niet dringend wordt aangepakt, zal de-industrialisatie een bittere realiteit worden.”
Vrije handel en nieuwe kansen
Tegelijkertijd is er ook positief nieuws. De Oostenrijkse industrie verwelkomt de overeenkomst tussen de EU en de Mercosur-staten, die een krachtig teken van leven vertegenwoordigt voor gereguleerde vrijhandel in tijden van mondiale spanningen. Menz benadrukt dat de oprichting van een van de grootste vrijhandelszones ter wereld aanzienlijke groeimogelijkheden biedt, vooral in deze uitdagende tijden. Oostenrijk heeft al een handelsoverschot met Mercosur-landen als Argentinië, Brazilië en Uruguay, waarbij de belangrijkste exportsectoren farmaceutische producten, chemicaliën en machines zijn. De nieuwe overeenkomst zal tarieven op ruim 90% van de goederen afschaffen en toegang tot strategisch belangrijke grondstoffen mogelijk maken. Menz benadrukt ook dat de overeenkomst ook voldoet aan ecologische en sociale normen om rekening te houden met de zorgen van milieu- en klimaatbeschermers. “Deze overeenkomst is een teken van slim internationaal handelsbeleid”, aldus Menz.