Tennisster Katie Boulter: Hass -opmerkingen bedreigen je leven!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

De Britse tennisser Katie Boulter behandelt haatreacties op sociale media die hun veiligheid in gevaar brengen.

Die britische Tennisspielerin Katie Boulter thematisiert Hasskommentare in sozialen Medien, die ihre Sicherheit gefährden.
De Britse tennisser Katie Boulter behandelt haatreacties op sociale media die hun veiligheid in gevaar brengen.

Tennisster Katie Boulter: Hass -opmerkingen bedreigen je leven!

De Britse tennisser Katie Boulter hekelde onlangs de angstaanjagende normaliteit van haatcommentaar op sociale media in een interview met de Britse omroep BBC. In haar verklaringen beschrijft ze dat ze wordt geconfronteerd met doodsbedreigingen, zowel tegen zichzelf als tegen haar familie. Een bijzonder schokkende opmerking die ze kreeg was: "Hopelijk krijg je kanker." Zulke bedreigende berichten leggen hen een grote last omdat het voor hen steeds moeilijker wordt om onderscheid te maken tussen echt en verondersteld gevaar. Boulter vermoedt dat veel afzenders van deze haatcommentaar op hun wedstrijden hebben gewed en dat het negatieve nieuws zowel na overwinningen als nederlagen aankomt.

De laatste tijd zijn er ook rapporten geweest in de tennisscene over stalking -incidenten die spelers zoals Iga Swiatek en Emma Raducanu betreffen. Om spelers beter te beschermen, is de professionele organisatie WTA van plan een technologische oplossing te introduceren in samenwerking met andere organisaties. Kunstmatige intelligentie wordt gebruikt om haatberichten efficiënt te filteren. Tussen januari en oktober 2024 zijn al ongeveer 12.000 berichten en opmerkingen ontdekt die de gedragsregels overtreden. 15 rekeningen werden gemeld aan de nationale wetshandhavingsinstanties om passende maatregelen te nemen.

De effecten van digitaal geweld

Het geval van Katie Boulter is niet geïsoleerd; Het weerspiegelt een groeiend probleem dat voortkomt uit digitaal geweld. Janina Steinert, professor voor Global Health aan de Technische Universiteit van München, toont in een onderzoek aan dat bijna elke tweede politiek toegewijde persoon die digitaal geweld heeft ervaren, hun manier van communicatie moest veranderen. Dit treft vooral vrouwen die vaak ondervertegenwoordigd zijn in politieke kantoren. Volgens Yvonne Magwas, CDU -lid van de Bundestag, desintegreren de doorgaan met digitale aanvallen de democratische coëxistentie.

De pandemie van digitale haatzaaien heeft verstrekkende gevolgen voor de getroffen degenen: lager zelfvertrouwen, verminderde prestaties en zelfs eten of slaapstoornissen zijn veel voorkomende bijwerkingen. In extreme gevallen leiden dergelijke aanvallen tot zelfmoordgedachten. Het initiatief van Hateaid vereist daarom snelle maatregelen om mensen die getroffen zijn door digitaal geweld te beschermen. Het streeft naar contactpunten binnen politieke partijen en een consistente vervolging van advertenties.

Uitdagingen in regelgeving

Mark Zuckerberg heeft onlangs aangekondigd dat hij streeft naar minder regelgeving voor Facebook en Instagram in de VS, waardoor het moeilijk is om haat opmerkingen te bestrijden. De situatie is vergelijkbaar met Elon Musk en het platform X. In de EU worden echter zowel technologieën als haar operators geconfronteerd met de verordening door de Digital Services Act (DSA), die duidelijk aangeeft hoe ze tegen haat Opmerkingen en valse informatie kunnen doorgaan. Deze ontwikkeling wordt door velen gezien als een gevaar voor sociale integriteit.

Voor mensen zoals Luisa Neubauer wordt de dreiging van haat opmerkingen geenszins beschouwd als een reden om hun politieke werk los te laten. Ze ziet elke dreiging als een verzoek om op te komen voor een eerlijkere en inclusieve samenleving en om politieke druk te creëren voor een betere regulering van haatberichten.

Het bestrijden van haatzaaien vereist niet alleen innovatieve technologieën, maar ook collectieve inspanningen op politiek en sociaal niveau om voor iedereen een veilige omgeving in de digitale wereld te creëren.

Quellen: