370 jaar oud gestolen schilderij keert terug naar zijn achterkleinkinderen!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

De Tate geeft een door de nazi's geroofd schilderij van 370 jaar oud terug aan de achterkleinkinderen van de Belgische verzamelaar.

370 jaar oud gestolen schilderij keert terug naar zijn achterkleinkinderen!

De Britse kunstinstelling Tate heeft een 370 jaar oud schilderij, dat tijdens het nazitijdperk werd geroofd, teruggegeven aan de achterkleinkinderen van de oorspronkelijke eigenaar. Het kunstwerk is getiteld "Aeneas en zijn familie vluchten voor het brandende Troje" en is gemaakt door de Britse schilder Henry Gibbs. Het was ooit eigendom van de Belgische kunstverzamelaar Samuel Hartveld, die in 1940 vanwege zijn joodse identiteit Antwerpen moest ontvluchten en zijn omvangrijke kunstcollectie moest achterlaten. Hartveld en zijn vrouw leden onder de gevolgen van het nationaal-socialisme en de door de Duitse bezetter in beslag genomen kunstwerken werden zonder enige opbrengst verkocht. Het schilderij werd in 1994 aangekocht voor de collectie van Tate en een commissie heeft nu besloten dat het moet worden teruggegeven, meldt oe24.

De teruggave van door de nazi’s geroofde kunst is een belangrijke kwestie die gaat over het herstel van het eigendom van kunstwerken die tijdens het nazitijdperk zijn gestolen. Er wordt geschat dat tussen 1933 en 1945 ongeveer 600.000 kunstwerken door de Duitsers zijn gestolen of onteigend, waardoor veel joden zijn getroffen en degenen die als joden worden vervolgd, zijn getroffen. De herontdekking en repatriëring van dergelijke kunstwerken is steeds belangrijker geworden, vooral sinds de Washington Declaration uit 1998, die door 44 staten werd ondertekend om de ontdekking en teruggave van geroofde kunst te ondersteunen. Tot nu toe zijn ruim duizend kunstwerken uit een twintigtal landen gerestitueerd, wat de complexiteit van de problematiek illustreert.

Van geroofde kunst tot restitutie

De terugkeer van geroofde kunst blijft een complexe en vaak controversiële kwestie. Na de Tweede Wereldoorlog werden veel van de gestolen kunstwerken teruggevonden door de geallieerde bezetter. Maar liefst 10.000 kunstwerken bleven echter onontdekt en zijn niet teruggekeerd in openbare collecties of privécollecties wereldwijd. In de naoorlogse periode werden veel kunstwerken opgeslagen in depots en bleef de eigendom vaak onduidelijk.

Een centraal aspect van restitutie was de London Declaration van 1943, waarin eigendomsoverdrachten tijdens het nazi-tijdperk ongeldig werden verklaard. Dit juridische raamwerk wordt ondersteund door restitutiewetten en nietigheidswetten in verschillende landen. In Duitsland ontbrak het bijvoorbeeld aan een algemene ineffectiviteitsregeling, wat de rendementen vaak bemoeilijkte. Hervormingen met betrekking tot de teruggave van door de nazi’s geroofde kunst zijn sindsdien herhaaldelijk besproken, waaronder de oprichting van adviescommissies om gevallen van restitutie op te helderen.

De teruggave van het schilderij aan de achterkleinkinderen van Samuel Hartveld maakt duidelijk dat de restitutie van geroofde kunst ook binnen Britse musea een actief onderwerp is. Sinds de oprichting van de Commissie in 2000 zijn 14 van de 23 verzoeken om teruggave aanvaard. Herkomstonderzoek wordt steeds meer gezien als een belangrijk onderdeel van het museumwerk om de herkomst en legaliteit van kunstwerken te verifiëren. Een dergelijke terugkeer is altijd een stap in de richting van het herstel van de juridische vrede, omdat, zoals de Verklaring van Washington laat zien, de internationale gemeenschap vastbesloten is deze pijnlijke hoofdstukken van de geschiedenis aan te pakken.

Quellen: