Verbod op hoofddoeken voor meisjes: grondwet of discriminatie?
Het geplande verbod op hoofddoeken voor meisjes in Oostenrijk leidt tot controversieel debat over discriminatie en godsdienstvrijheid.

Verbod op hoofddoeken voor meisjes: grondwet of discriminatie?
Op 23 oktober 2025 zal een gepland wetsontwerp dat hoofddoeken voor meisjes onder de 14 jaar verbiedt, verhitte discussies veroorzaken in Oostenrijk. Het voorstel beoogt een verbod op het dragen van hoofddoeken op scholen, een regeling die in 2020 al in soortgelijke vorm door het Grondwettelijk Hof (VfGH) werd ingetrokken. Het Hof oordeelde dat een dergelijk verbod in strijd was met de religieuze neutraliteit van de staat en moslimvrouwen discrimineerde.
In het huidige reviewproces werden de reacties op het nieuwe concept overwegend als negatief geclassificeerd. Instellingen zoals ministeries van Justitie en religieuze gemeenschappen uiten hun ernstige bezorgdheid over de grondwettigheid en het discriminerende karakter van de wet. De Orde van Advocaten wijst op onduidelijkheden in de definitie van het begrip ‘hoofdbedekking’, terwijl de Advocaat Gelijke Behandeling kritiek uit op de eenzijdige focus op de hoofddoek.
Religieuze neutraliteit en discriminatie
De juridische experts waarschuwen dat de wet moslimmeisjes eenzijdig treft, zonder gebruik te maken van gender- en religieneutrale taal. Deze ongelijke behandeling stuit op scherpe kritiek, vooral gezien de beschikbare gegevens, die weinig betrouwbare cijfers opleveren over de getroffen studenten. Religieuze vertegenwoordigers klagen ook over het gebrek aan overleg met moslimjongeren.
Een centrale zorg van critici is de mogelijke uitsluiting van studenten die om religieuze redenen een hoofddoek dragen. De Islamitische Religieuze Gemeenschap in Oostenrijk (IGGÖ) en de Alevitische Religieuze Gemeenschap beschrijven het project als een schending van fundamentele rechten en waarschuwen voor een selectief verbod dat alleen moslimmeisjes treft, terwijl soortgelijke regels voor jongens niet worden aangepakt.
Steun en zorgen
Ondanks de overwegend kritische stemmen zijn er ook voorstanders van de wet. Psychologen beweren dat het verbod de identiteitsontwikkeling van kinderen zou kunnen bevorderen door hen in staat te stellen op te groeien zonder religieuze symbolen op school. De vakbond voor leerplichtonderwijzers benadrukt het doel van zelfbeschikking, maar wijst ook op het risico van extra lasten voor scholen.
In totaal zijn ruim 400 reacties op het wetsontwerp ingediend. Bij veel van deze feedback, waarvan het grootste deel afkomstig is van particulieren, wordt gevreesd voor discriminatie. De Federale Jeugdraad en de IGGÖ verwerpen de wet duidelijk omdat zij deze beschouwen als een schending van de godsdienstvrijheid en het gelijkheidsbeginsel. Het ministerie van Justitie heeft twijfels over de praktische uitvoering van de wet, vooral als het gaat om de gevraagde sancties, die voorzien in administratieve boetes tot 1.000 euro. De huidige ontwikkelingen roepen vragen op over de rechtsgrondslag en geldigheid van het wetsontwerp.
Over het geheel genomen blijft het onzeker of het ontwerp in zijn huidige vorm zal blijven, aangezien de discussie over de omgang met religieuze kleding op scholen voortduurt. Zoals het huidige debat laat zien, zijn het recht op gelijkheid en de religieuze neutraliteit van de staat centrale twistpunten in het komende politieke landschap.
[Krone] meldt dat...
[MyDistrict] benadrukt dat...
[Kurier] voegt eraan toe dat...