Villach: 91-jarige herinnert zich de verschrikkingen van de oorlog!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

De 91-jarige Helmuth Reisinger uit Villach doet verslag van herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog en zijn rol als stichtend lid van de strijdkrachten.

Der 91-jährige Helmuth Reisinger aus Villach berichtet von Erinnerungen an den Zweiten Weltkrieg und seine Rolle als Gründungsmitglied des Bundesheeres.
De 91-jarige Helmuth Reisinger uit Villach doet verslag van herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog en zijn rol als stichtend lid van de strijdkrachten.

Villach: 91-jarige herinnert zich de verschrikkingen van de oorlog!

Helmuth Reisinger, 91 jaar oud en ‘oprichter’ van de strijdkrachten, woont in Villach en geeft graag inzicht in zijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Geboren op 24 februari 1934 in Ternitz, Neder-Oostenrijk, beleefde hij de tijd ondanks zijn jonge leeftijd intensief. Vooral de zware bombardementen die plaatsvonden tijdens de luchtoorlog tegen de industrie in Linz en Wiener Neustadt waren voor hem vormend. Deze herinneringen zijn voor hem vandaag de dag nog steeds erg aanwezig. Reisinger meldt dat hij vaak getuige was van de gevangenneming van neergestorte piloten, wat een verscheidenheid aan emoties bij hem opwekte.

Luchtoorlogvoering, vooral door het gebruik van luchtafweergeschut, speelde een cruciale rol in het verloop van de oorlog. Flak – een afkorting voor luchtafweergeschut – werd voor het eerst ontwikkeld tijdens de Eerste Wereldoorlog en is in de loop der jaren aanzienlijk verbeterd. In de jaren dertig erkenden veel landen de noodzaak van speciaal luchtafweergeschut. De 8,8 cm Flak 18 werd een van de bekendste kanonnen uit de Tweede Wereldoorlog en werd niet alleen tegen vliegtuigen, maar ook tegen grondtroepen gebruikt. Naarmate de oorlog vorderde, kreeg het gebruik van luchtafweerraketten steeds meer de voorkeur, maar de basisprincipes van luchtafweerraketten bleven tot ver na de oorlog bestaan, ook in de Bundeswehr tot in de jaren negentig.

Neergestorte bommenwerpers en hun bemanningen

Tijdens de luchtaanvallen vonden steeds meer vliegtuigongelukken plaats, waarvan het lot minder bekend is. Historicus Nicole-Melanie Goll van het Huis van de Geschiedenis Oostenrijk doet onderzoek naar het lot van ongeveer 8.300 bemanningsleden van 1.058 Amerikaanse en Britse vliegtuigen. Dit onderzoek maakt deel uit van het project ‘Downed Allied Aircrew Database Austria’, dat wordt ondersteund door de Oostenrijkse Academie van Wetenschappen. Een digitale kaart die de crashlocaties documenteert, biedt een dieper inzicht in de oorlogservaringen en het lot van de gesneuvelde soldaten.

Het brute lot van de piloten die na hun crashes werden mishandeld, omvatte onder meer het niet verlenen van hulp, verbaal geweld en zelfs lynchen. Dit gebeurde na een besluit van het naziregime uit 1944 dat de bevolking aanmoedigde agressief op te treden nadat vijandelijke vliegtuigen waren neergestort. Een voorbeeld hiervan is de Afro-Amerikaanse piloot Walter P. Manning, die in april 1945 werd vermoord. Zijn moord is geen op zichzelf staand incident, maar onderdeel van een bredere tragedie die veel andere piloten heeft getroffen.

Samenvattend laat het zien dat de luchtoorlog en de daarmee samenhangende gebeurtenissen, zoals de ontwikkeling van luchtafweerwapens en het lot van neergehaalde bommenwerpers, diep verankerd zijn in het Oostenrijkse geheugen. Ondanks de vreselijke ervaringen en de verloren levens blijft er hoop om in het reine te komen en te begrijpen wat er toen is gebeurd, om zo lessen te trekken voor de toekomst.