Toezicht op koeriersdiensten: nieuwe leeftijdsgrens veroorzaakt opwinding!
De Nationale Raad besluit over het toezicht op de koeriersdiensten; De leeftijdsgrens voor sociale media zal eind dit jaar naar verwachting 15 jaar zijn.

Toezicht op koeriersdiensten: nieuwe leeftijdsgrens veroorzaakt opwinding!
Op 19 juli 2025 heeft de Nationale Raad in Oostenrijk een wet aangenomen die het toezicht op koeriersdiensten regelt, indien nodig. Deze nieuwe wet heeft al voor opschudding gezorgd, vooral onder privacyvoorvechters. SPÖ-staatssecretaris Jörg Leichtfried verwierp de kritiek als ongegrond en benadrukte dat de veiligheidssituatie in Oostenrijk een dergelijke maatregel noodzakelijk maakte gezien het toegenomen aantal extremistische misdaden en de ruim 100 risicovolle individuen. Volgens Leichtfried zou tegen het einde van het jaar ook een leeftijdsgrens van 15 jaar voor het gebruik van sociale media moeten worden ingevoerd, een discussie die op gang kwam na het schietincident in Graz in juni.
Leichtfried en andere veiligheidsautoriteiten, waaronder minister van Binnenlandse Zaken Gerhard Karner en Andreas Holzer, hoofd van de federale recherche, roepen op om de surveillance-aanpak uit te breiden naar drugsgerelateerde misdaden. Het toezicht op grond van het nieuwe wetsontwerp mag alleen plaatsvinden na bevel van een panel van drie rechters en onder toezicht van een rechtsbeschermingsfunctionaris die is gevestigd bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en die toegang zal hebben tot de verzamelde dossiers. De verwachting is dat de aanschaf van software voor surveillance binnen de komende twee jaar zal plaatsvinden, al blijft het onduidelijk of het Israëlische bedrijf ‘Dream Security’ in de selectie zal worden opgenomen.
Kritiek op het toezicht op koeriersdiensten
Het monitoren van privé, gecodeerde chats voor wetshandhaving vormt de kern van de controverse rond de nieuwe wet. De overkoepelende organisatie van de Oostenrijkse internetindustrie (ISPA) heeft zich krachtig uitgesproken tegen de regelgeving. ISPA-secretaris-generaal Stefan Ebenberger waarschuwde dat dergelijke maatregelen veiligheidslacunes kunnen creëren of exploiteren, die ook door criminelen kunnen worden uitgebuit. Ebenberger benadrukte ook dat niet alleen verdachten, maar ook niet-betrokken mensen kunnen worden bespioneerd, wat technisch gezien niet kan worden beperkt. Hij bepleitte dat inmenging in de grondrechten alleen moet worden aangepakt in het geval van de ernstigste ongrondwettelijke misdaden.
De geplande monitoring moet beperkt blijven tot berichten binnen een bepaalde tijdsperiode en onderworpen zijn aan strikte veiligheidscriteria. In dit verband werd ook verwezen naar een zaak in Polen waarin de regering de oppositie bespioneerde. De nieuwe wetgeving is nauwkeuriger dan het verworpen federale Trojan-voorstel uit 2019, maar er blijft bezorgdheid bestaan over een toename van de surveillance-eisen na een afgewende aanval op een concert.
Gegevensbescherming en technologisch toezicht
Digitalisering en nieuwe technologieën stellen de huidige wetgeving inzake gegevensbescherming voor grote uitdagingen. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) is verantwoordelijk voor het beoordelen van technologische ontwikkelingen met betrekking tot hun impact op gegevensbescherming. Het benadrukt dat proactieve technologiemonitoring noodzakelijk is om de privacy te beschermen. Technologieën zoals digitale valuta van de centrale bank of verklaarbare AI vallen onder de bevoegdheid van de EDPS, die ook publieke debatten leidt over technologiegerelateerde kwesties op het gebied van gegevensbescherming.
De noodzaak van samenwerking tussen gegevensbeschermingsautoriteiten en technologieleveranciers wordt als steeds belangrijker gezien. Een voorbeeld van deze maatregelen is de ontwikkeling van de Website Evidence Collector (WEC), die bewijs verzamelt van de verwerking van persoonsgegevens en meer inzicht biedt voor websitebeheerders en gebruikers. Dergelijke initiatieven tonen het verlangen naar een evenwicht tussen beveiligingsbehoeften en privacybescherming.