Huishoudens in nood: Tot 1.000 euro meer voor een groene energietransitie!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

FPÖ-politicus Dorner waarschuwt voor stijgende energiekosten voor huishoudens vanaf 2025 en bekritiseert het groene energiebeleid in Oostenrijk.

FPÖ-Politiker Dorner warnt vor steigenden Energiekosten für Haushalte ab 2025 und kritisiert die grüne Energiepolitik in Österreich.
FPÖ-politicus Dorner waarschuwt voor stijgende energiekosten voor huishoudens vanaf 2025 en bekritiseert het groene energiebeleid in Oostenrijk.

Huishoudens in nood: Tot 1.000 euro meer voor een groene energietransitie!

Energiewoordvoerder LAbg van FPÖ Neder-Oostenrijk. Dieter Dorner uit zijn zorgen over de stijgende netwerkkosten en de financiële lasten die huishoudens zullen moeten verwachten als gevolg van de energietransitie. Volgens Dorner kunnen de extra jaarlijkse kosten voor gezinnen oplopen tot duizend euro, wat hij omschrijft als een direct gevolg van de ‘groene ideologie’ en het beleid van de zwart-groene federale regering en de huidige stoplichtcoalitie. De stijgende prijzen zijn niet alleen een fenomeen van de korte termijn, maar zullen via de netwerkkosten een langetermijneffect op de consument hebben, zoals hij in een recent persbericht uitlegt.

Dorner waarschuwt in het bijzonder voor een dreigende golf van energievervuiling die zich vanaf januari 2025 zou kunnen voordoen. Hoge investeringen in netwerkuitbreiding, die nodig zijn om alternatieve energieopwekking in Neder-Oostenrijk te integreren, worden op de schouders van klanten gelegd. Vanaf 2025 zullen de prijsbeperkende maatregelen van de federale overheid niet langer van toepassing zijn, wat de situatie verder zou kunnen verergeren.

Verwachte kosten voor huishoudens

De FPÖ verwacht dat de jaarlijkse elektriciteitskosten voor huishoudens tussen de 200 en 700 euro zullen bedragen, afhankelijk van de grootte van het huishouden en de betreffende aanbieder. In een rekenvoorbeeld krijgt een gezin van vier personen bij een verbruik van 3.500 kWh een meerprijs van zo'n 760 euro per jaar, terwijl een alleenstaand huishouden bij een verbruik van 1.500 kWh ongeveer 300 euro aan meerkosten per jaar moet verwachten. Deze ontwikkeling houdt ook verband met kritiek op de overhaaste overstap naar alternatieve energie, die volgens Dorner hoge kosten met zich mee zou kunnen brengen. Ook wordt erop gewezen dat gascentrales nog steeds nodig zijn om donkere periodes te compenseren.

Een ander centraal punt van kritiek betreft de EU-richtlijnen voor renaturatie en de afwijzing van externe invloed op het nationale energiebeleid. Dorner roept daarom op tot een verlenging van het elektriciteitsprijsplafond en een verlaging van de elektriciteits- en aardgasbelastingen.

Kosten van de energietransitie in bredere context

In de bredere context van de energietransitie mogen de toekomstige financiële lasten voor de samenleving niet worden onderschat. In Duitsland streeft de overheid bijvoorbeeld naar klimaatneutraliteit in 2045, waarvoor totale investeringen nodig zijn van naar schatting 11,3 biljoen euro. Dit komt overeen met jaarlijkse investeringen van 540 miljard euro tot 2045 om de mondiale klimaatdoelstellingen te halen.

Bovendien wordt verwacht dat de netwerktarieven zullen blijven stijgen, wat nu al ongeveer 28% van de elektriciteitsprijs uitmaakt. De uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen is noodzakelijk om de geleidelijke afschaffing van steenkool en de toenemende vraag naar elektriciteit te dekken. Volgens schattingen zal er in 2045 ongeveer 651 miljard euro nodig zijn om het elektriciteitsnet uit te breiden. Deze investeringen, die uiteindelijk door de consument worden gedragen, staan ​​centraal in de toekomstige energie-infrastructuur, inclusief nieuwe waterstofnetwerken en klimaatvriendelijke verwarmingssystemen.

De komende uitdagingen op het gebied van het energiebeleid vereisen een heroverweging van de samenleving, omdat de financiële lasten van de energietransitie niet kunnen worden genegeerd. Het wordt duidelijk dat de noodzakelijke investeringen en politieke beslissingen verstrekkende gevolgen zullen hebben voor de begrotingen.