Consumptie in Oostenrijk: de uitstoot explodeert - wie is verantwoordelijk?
De Oostenrijkse consumptie verhoogt de uitstoot van broeikasgassen sterk. Deskundigen roepen op tot alomvattende maatregelen voor klimaatbescherming en gerechtigheid.

Consumptie in Oostenrijk: de uitstoot explodeert - wie is verantwoordelijk?
De consumptiepraktijken in Oostenrijk hebben een aanzienlijke impact op de mondiale uitstoot van broeikasgassen. Luidruchtig Wenen.at Het saldo van de binnenlandse consumptie is alarmerend: de emissies veroorzaakt door de consumptie in Oostenrijk zijn aanzienlijk hoger dan die van andere regio's. Uit de huidige berekeningsmethode blijkt echter dat een groot deel van de uitstoot van producten die in Oostenrijk worden geconsumeerd, zoals kleding die in landen als China wordt vervaardigd, daar wordt toegeschreven. Dit leidt tot een onnauwkeurige weergave van de werkelijke uitstoot die verband houdt met de levensstijl van Oostenrijkers.
In 2023 stootte Oostenrijk 68,7 miljoen ton CO2-equivalent uit. Als je de importen met elkaar in verband brengt, zou de werkelijke ecologische voetafdruk ongeveer 100 miljoen ton bedragen. Deze discrepantie is besproken door deskundigen als Gerfried Jungmeier van het FH Joanneum, die de toegenomen noodzaak voor actie met betrekking tot de op consumptie gebaseerde aanpak onderstreept.
De op consumptie gebaseerde versus op productie gebaseerde methode
Het verschil tussen op productie gebaseerde en op consumptie gebaseerde boekhouding is cruciaal. Terwijl de op productie gebaseerde methode alleen kijkt naar de emissies binnen de nationale grenzen, bestrijkt de op consumptie gebaseerde methode de gehele levenscyclus van een product: van productie tot verwijdering in Oostenrijk. Dit is belangrijk om de werkelijke milieu-impact van de Oostenrijkse economie te begrijpen.
Sigrid Stagl van de Weense Universiteit voor Economie en Bedrijfskunde benadrukt dat beide rekenmethoden belangrijk zijn om gerichte overheidsmaatregelen te ontwikkelen. Om de klimaatdoelen te bereiken is het noodzakelijk dat alle lagen van de samenleving hierbij betrokken worden. Uit onderzoek van de Kamer van Arbeid blijkt dat de rijkste 10% van de huishoudens verantwoordelijk is voor 56% van de uitstoot, wat betekent dat de sociale ongelijkheid in de CO2-uitstoot moet worden aangepakt.
Infrastructuren en institutionele prikkels
Om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen wordt het belang van infrastructuur benadrukt. Fysieke structuren, zoals spoorwegnetwerken, maar ook sociale prikkels zijn noodzakelijk. Een voorbeeld van een institutionele stimulering is het klimaatticket, dat bedoeld is om duurzame mobiliteit te helpen bevorderen. De zorg zal ook aan de orde komen op de VN-Wereldklimaatconferentie, waar de klimaatverandering en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid tussen de verschillende staten zullen worden besproken.
Daarnaast is het toenemende bewustzijn van duurzame aankoopbeslissingen opmerkelijk. Tools zoals de Arrival-app bieden ondersteuning aan milieubewuste consumenten door online winkelen eenvoudiger te maken en bezorginformatie efficiënt te beheren. Dit laat zien dat consumenten steeds meer verschillende manieren kiezen om hun consumptiegewoonten duurzamer te maken, wat niet alleen gunstig kan zijn voor hun eigen gemak, maar ook voor de planeet, zoals blijkt uit Appel wordt beschreven.
De complexiteit van de uitstoot van broeikasgassen vereist daarom een wisselwerking tussen individuele verantwoordelijkheid, politieke maatregelen en de ontwikkeling van geschikte infrastructuur. Dit is de enige manier om de kloof tussen consumentengedrag en daadwerkelijke uitstoot te dichten.