Twee sterfgevallen in het district: Borna-virus alarmeert experts in Beieren!
Twee dodelijke gevallen van het Borna-virus in Beieren: experts waarschuwen voor risico's van contact met dieren en leggen transmissieroutes uit.

Twee sterfgevallen in het district: Borna-virus alarmeert experts in Beieren!
Op 1 juli 2025 stierf de tweede patiënt als gevolg van een Borna-virusinfectie in Pfaffenhofen an der Ilm, Opper-Beieren. Dit tragische nieuws werd officieel bevestigd door het districtskantoor en diverse media berichtten erover. De eerste patiënt in de wijk was eerder overleden, wat de alertheid van de gezondheidsautoriteiten verhoogde.
Het Borna-virus, bekend als Borna Disease Virus 1 (BoDV-1), komt voornamelijk voor in de veldspitsmuis, die als de belangrijkste vector wordt beschouwd. Volgens vol.at is het momenteel onduidelijk waarom zich in zo korte tijd twee gevallen in het district hebben voorgedaan. Deskundigen van het Beierse Staatsbureau voor Gezondheid en Voedselveiligheid (LGL) onderzoeken de exacte besmettingsroutes, terwijl er al 57 bevestigde gevallen van de ziekte bij mensen zijn, vooral in Beieren.
Overdrachtsroutes en symptomen
Het Borna-virus behoort tot de familie Bornaviridae en veroorzaakt vaak ernstige encefalitis bij mensen, die meestal fataal is. Dit wordt ondersteund door informatie van [rnd.de]. Het virus kan ook worden overgedragen door het inademen van infectieuze deeltjes.
Symptomen van infectie beginnen vaak met griepachtige symptomen zoals koorts, hoofdpijn en pijn in het lichaam en kunnen zich ontwikkelen tot neurologische aandoeningen zoals geheugenverlies, verlamming, hallucinaties en zelfs coma. Vooral mensen die in plattelandsgebieden wonen met een hoge dichtheid aan boomspitsmuizen, die een verhoogd risico op infectie met zich meebrengen, lopen risico. Volgens gelbe-liste.de vertonen geïnfecteerde mensen vaak niet-etterende meningo-encefalitis in termen van de ernst van de ziekte.
Preventie- en beschermingsmaatregelen
Gezien de gevaren van het Borna-virus hebben de gezondheidsautoriteiten verschillende voorzorgsmaatregelen aanbevolen. Deze omvatten het vermijden van contact met boomspitsmuizen en het dragen van maskers bij het schoonmaken van mogelijk besmette gebieden. Bovendien moet bij het werken in de tuin of het bos beschermende kleding worden gedragen en moeten vervuilde oppervlakken regelmatig worden gedesinfecteerd.
De behandeling van Borna-virusinfecties is uiterst moeilijk vanwege het ontbreken van een specifiek antiviraal geneesmiddel. Momenteel zijn er alleen nog maatregelen op de intensive care beschikbaar om de progressie van een infectie te behandelen. Daarnaast blijft onderzoek naar de wijze van overdracht en pathogenese van het virus noodzakelijk, omdat deze aspecten nog steeds slecht worden begrepen.
De situatie onderstreept de noodzaak om het epidemiologisch toezicht in endemische gebieden te intensiveren en het publieke bewustzijn van de gevaren van het Borna-virus te vergroten.