Controversieel Dinghofer-symposium: Historici waarschuwen voor het eren van een antisemiet
Op 11 november 2025 zullen hedendaagse historici in het parlement kritiek uiten op het Dinghofer-symposium, dat een antisemiet eert.

Controversieel Dinghofer-symposium: Historici waarschuwen voor het eren van een antisemiet
Op 4 november 2025 zijn de voorbereidingen voor het controversiële “Dinghofer Symposium 2025” in het parlement in volle gang. Duizenden en nog eens duizenden historici, vooral hedendaagse historici, hebben zich in een open brief uitgesproken tegen de gebeurtenis, die wordt georganiseerd door de voorzitter van de Nationale Raad, Walter Rosenkranz (FPÖ). Hun argument is gebaseerd op de twijfelachtige eerbetoon aan Franz Dinghofer, een politicus die tot antisemiet en nationaal-socialist werd verklaard en wiens werk in de geschiedenis kritisch is bekeken.
Het symposium, dat op 11 november zal plaatsvinden, heeft als thema “Censuur en ideologisering – vrijheid in gevaar!” Walter Rosenkranz zal de openingstoespraak houden, gevolgd door Martin Graf, president van het Dinghofer Instituut. Als onderdeel van het evenement worden zowel de Franz Dinghofer-medaille als de Dinghofer Mediaprijs uitgereikt. Dinghofer, die leefde van 1873 tot 1956, bekleedde tijdens zijn carrière hoge politieke ambten, waaronder burgemeester van Linz, lid van de Nationale Raad en vice-kanselier.
Historici en politieke reacties
De rol van Dinghofer, en vooral zijn lidmaatschap van de NSDAP, wordt opnieuw beoordeeld in het publieke debat. Historici wijzen erop dat Dinghofer al in 1940 probeerde zich bij de NSDAP aan te sluiten. Daarnaast is er kritiek dat de historische perceptie van zijn rol bij de oprichting van de Republiek overdreven is. In het verleden werd hij omschreven als een pionier van de Kristallnacht van 1938 en de Holocaust. De hedendaagse historicus doet een duidelijke oproep: “Er mag in het parlement geen plaats zijn voor de postume eredienst van een nationaal-socialist.” De Groenen delen deze mening ook, waarbij Lukas Hammer de uitnodiging omschrijft als een “schande” en het onderwerp van het symposium beoordeelt als een aanval op de democratie.
Antisemitisme, in de context waarvan het werk van Dinghofer staat, onderging een beslissende verandering in de 19e eeuw toen Wilhelm Marr de term bedacht. De term is gericht tegen joden en heeft zich ontwikkeld tot een mondiaal fenomeen. Hannah Arendt merkte in 1941 op dat de enige plek die veilig was voor antisemitisme de maan was. Tegenwoordig komt antisemitisme niet alleen tot uiting in historische perspectieven, maar ook in moderne vormen, zoals de kritische houding ten opzichte van Israël, waar vaak anti-joodse gevoelens achter schuilgaan.
De context van antisemitisme
Tegelijkertijd worden de uitdagingen waarmee de samenleving vandaag de dag wordt geconfronteerd belicht. Antisemitisme is niet langer slechts een kwestie uit het verleden, maar manifesteert zich ook in de huidige discours en op internet, waar zogenaamde ‘samenzweringstheorieën’ en stereotypen aan het licht komen. Er bestaat echter een gebrek aan een wereldwijd consistente definitie van antisemitisme, wat vervolging bemoeilijkt. De werkdefinitie van het EUMC uit 2005, die in 2016 door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) werd aangenomen, wordt in veel lidstaten erkend en biedt richtlijnen voor de aanpak van dit probleem.
Hoewel de controverses rond het Dinghofer-symposium op het politieke toneel niet terzijde kunnen worden geschoven, blijft de discussie over de historische afrekening en de erfenis van het antisemitisme in Europa urgent. De komende dagen zullen uitwijzen of de betrokken actoren kunnen leren van het verleden en verantwoord kunnen handelen in het heden.