Vrouwen in de strijdkrachten: het langzame pad naar gelijkheid!
Het aandeel vrouwen in de strijdkrachten neemt geleidelijk toe. In 2025 zullen actuele cijfers rapporteren over rekrutering en gelijkheid.

Vrouwen in de strijdkrachten: het langzame pad naar gelijkheid!
Het aandeel vrouwen in de Oostenrijkse strijdkrachten is de afgelopen jaren slechts langzaam toegenomen. Volgens een rapport van het ministerie van Defensie bedraagt het aandeel vrouwen nu ongeveer 6%, vergeleken met 4,3% sinds 1998, toen vrouwen voor het eerst vrijwillig in de strijdkrachten konden dienen. De huidige cijfers komen uit een analyse van de militaire diensten van vrouwen voor de jaren 2023 en 2024. Op 31 december 2024 dienden er 818 vrouwelijke soldaten in het federale leger, terwijl alleen al in 2023 497 vrouwen zich al meldden voor de militaire basisdienst. In 2024 is dit aantal licht gestegen naar 508, waarvan er 261 daadwerkelijk deelnamen en 141 werden geaccepteerd. Deze ontwikkelingen zijn duidelijk te zien in de Vienna.at.
Minister van Defensie Klaudia Tanner (ÖVP) bevestigde dat het aandeel vrouwen in de strijdkrachten verder moet worden vergroot. De driepartijencoalitie werkt hieraan, maar de dienstplicht voor vrouwen blijft onderwerp van discussie. Erich Cibulka, voorzitter van de Oostenrijkse officiersvereniging, is vastbesloten om op dit gebied hervormingen door te voeren, maar ziet momenteel geen meerderheid voor zijn voorstel. Tanner zelf wijst de verplichte militaire dienstplicht voor vrouwen af zolang de gelijkheid niet volledig wordt verwezenlijkt. Terwijl sommigen pleiten voor verplichte militaire dienst, wijzen critici erop dat de hoge uitval tijdens trainingen het aandeel vrouwen in het leger laag houdt.
Uitdagingen van integratie
Een integraal punt in het debat over het aandeel vrouwen in de strijdkrachten is de proeve van bekwaamheid voor de onlangs ingevoerde militaire basisdienst van zes maanden voor vrouwen, die aanzienlijk veeleisender is dan voor de eenvoudige functie. Deze test wordt gedurende meerdere dagen uitgevoerd in Wels en test zowel de fysieke als psychologische geschiktheid voor dienst met het wapen. Deze hoge eisen dragen ertoe bij dat het aandeel vrouwen in het leger laag blijft: momenteel zijn er slechts 645 vrouwen in actieve dienst, wat overeenkomt met een aandeel van slechts vier procent. De militaire basisdienst stelt vrouwen in staat de strijdkrachten ‘van binnenuit’ te leren kennen en zich vertrouwd te maken met de processen, een kans die niet altijd tot een engagement voor de lange termijn leidt.
Ook in Duitsland woedt momenteel een discussie over gelijkheid in de verplichte militaire dienst. Artikel 3 van de Basiswet geeft mannen en vrouwen gelijke rechten, maar artikel 12a regelt de verplichte militaire dienst uitsluitend voor mannen. WDR-presentator Sebastian Moritz eist dat de dienstplicht voor alle geslachten moet gelden. Dit komt overeen met de mening van Doris Akrap van de “tageszeitung”, die de verplichte militaire dienst, die alleen voor mannen geldt, omschrijft als discriminatie en waarschuwt dat dit de maatschappelijke kijk op vrouwen negatief beïnvloedt. Volgens Moritz zijn de eisen van het leger veranderd, zodat fysieke kracht niet langer het enige criterium mag zijn. De integratie van vrouwen in de Bundeswehr resulteert in een “beter humeur” bij de troepen. Ook Maja Apelt, hoogleraar organisatie- en bestuurssociologie, benadrukt dat vrouwen een groter belang hebben bij vredes- en conflictonderzoek, waardoor hun rol in het leger zou kunnen worden uitgebreid.