Sensationele vondst: mammoetjagers uit het stenen tijdperk ontdekt in Langmannersdorf!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

In Langmannersdorf, Neder-Oostenrijk, ontdekken archeologen 25.000 jaar oude mammoetbeenderen en gereedschappen die inzicht geven in de levensstijl van jagers uit de ijstijd.

Sensationele vondst: mammoetjagers uit het stenen tijdperk ontdekt in Langmannersdorf!

Bij een spannende archeologische vondst in Langmannersdorf, Neder-Oostenrijk, ontdekten wetenschappers van de Oostenrijkse Academie van Wetenschappen (ÖAW) overblijfselen van minstens vijf mammoeten die 25.000 jaar geleden leefden. Bij de opgravingen bij St. Pölten vonden de onderzoekers niet alleen mammoetbotten, maar ook talloze stenen werktuigen die informatie verschaffen over de levenswijze en jachttechnieken van de mensen uit die tijd. Deze vondsten zijn bijzonder belangrijk omdat ze nieuwe inzichten verschaffen in de interacties tussen mens en mammoet tijdens de laatste ijstijd kroon.at gerapporteerd.

De opgravingen, die nu de jongste mammoetlocaties in Centraal-Europa vertegenwoordigen, hebben twee zones blootgelegd met botten in verschillende lagen op elkaar. In een van deze zones werden zelfs complete en gedemonteerde slagtanden gevonden, wat erop wijst dat mensen hier ivoor waardeerden, mogelijk voor het maken van speerpunten. De locaties vertonen ook tekenen van vroege nederzettingen, waaronder open haarden. Volgens Marc Handel, de hoofdarcheoloog, duidt de rangschikking van de botten op een georganiseerde verwerking van de mammoeten, wat duidt op een goed ontwikkelde jachtcultuur. idw-online.de.

Een venster op het verleden

De onderzoekers leggen uit dat de mammoeten in het Perschlingtal werden gebruikt als trek- en graasgebied. “Er was duidelijk een ideale plek om op de mammoeten te richten,” legde Händel uit. Deze ontdekkingen werpen een nieuw licht op wat jagers uit die tijd wisten over de migratie van dieren. Naast de gefossiliseerde overblijfselen worden alle vondsten nu opgeslagen in het onderzoeksinstituut in Krems voor verder wetenschappelijk onderzoek en zullen ze later worden overgebracht naar het Natuurhistorisch Museum in Wenen. Een deel van de vondsten zal ook worden getoond in het streekmuseum van Perschling, om de geschiedenis van dit fascinerende tijdperk tastbaar te maken.