Crisis in de gezondheidszorg: lange wachttijden frustreren Opper-Oostenrijkers!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Ontevredenheid over de gezondheidszorg in Opper-Oostenrijk: persconferentie over de IFES-studie op 29 april in Linz.

Crisis in de gezondheidszorg: lange wachttijden frustreren Opper-Oostenrijkers!

De gezondheidszorg in Opper-Oostenrijk staat onder druk. Volgens een actueel IFES-onderzoek in opdracht van de AK Opper-Oostenrijk nemen de ontevredenheid van de bevolking over het gezondheidszorgsysteem en de lange wachttijden voor afspraken en operaties dramatisch toe. De resultaten van dit onderzoek zullen op 29 april 2025 om 10.00 uur worden gepresenteerd tijdens een persconferentie in de Arbeidskamer van Linz. AK-president Andreas Stangl en IFES-directeur Dr. Reinhard Raml zullen informatie verstrekken over de huidige situatie en noodzakelijke politieke maatregelen ots.at.

Beschikbare artsen hebben steeds minder tijd voor hun patiënten. Dit probleem wordt nog verergerd door de hoge bezettingsgraad en onvoldoende capaciteit in ziekenhuizen. In het genoemde onderzoek zijn stellingen over de noodsituatie in het gezondheidszorgstelsel te vinden, die de discussie over hervormingen nieuw leven zullen inblazen.

Wachttijden in Europese vergelijking

Het probleem van lange wachttijden kan niet alleen in Opper-Oostenrijk worden waargenomen. Er zijn ook uitdagingen in het hele Oostenrijkse gezondheidszorgsysteem die de toegang tot medische zorg nog moeilijker maken. Zo moet een patiënt in Oostenrijk momenteel tot een jaar wachten op een knieprothese. In een Europese vergelijking staat Oostenrijk hier echter niet alleen: terwijl de gemiddelde wachttijden voor knievervangingsoperaties in Denemarken en Italië minder dan 50 dagen bedragen, wachten patiënten in Oostenrijk vaak meer dan 60 dagen op afspraken met specialisten, zoals wienerzeitung.at gerapporteerd.

Oostenrijk investeert 10,4% van zijn bruto binnenlands product in zijn gezondheidszorgsysteem, waardoor het een van de duurste van Europa is. Ter vergelijking: Duitsland besteedt 11,7% van zijn economische productie, terwijl Italië en Spanje respectievelijk slechts 8,7% en 9,1% investeren. Ondanks deze hoge uitgaven is het echter duidelijk dat de kwaliteit van de zorg niet automatisch toeneemt.

Zwakke punten van het systeem

Het hoge uitgavenpercentage leidt niet direct tot betere zorg, vooral niet voor chronische ziekten zoals diabetes, waar 8,4% van de Oostenrijkse bevolking last van heeft. Dit blijkt ook uit de ontoereikende preventiemaatregelen; Oostenrijk besteedt slechts 2,8% van zijn gezondheidszorguitgaven aan preventie – een waarde die onder het OESO-gemiddelde van 3,2% ligt. Ter vergelijking: Finland investeert bijna 4% en behaalt daardoor betere gezondheidsresultaten met slechts 6,2% diabetici in de bevolking.

Bovendien bedraagt ​​de gemiddelde wachttijd voor nieuwe medicijnen in Oostenrijk 349 dagen, terwijl patiënten in Duitsland slechts 87 dagen hoeven te wachten. Een ander punt is de kostenparticipatie van de patiënt: in Oostenrijk dekken zij gemiddeld 32% van de geneesmiddelenprijzen, terwijl dit in Duitsland slechts 18% is.

De sterke punten van het Oostenrijkse gezondheidszorgsysteem blijven echter solidariteit en goede acute en spoedeisende zorg. Deze aspecten zouden verder ontwikkeld kunnen worden door een betere samenwerking tussen actoren en strategieën in andere Europese landen. Het gesprek, dat op 29 april 2025 zal plaatsvinden, zou de eerste stap in deze richting kunnen zijn om de patiënttevredenheid op de lange termijn te vergroten.