De presidentsverkiezingen in de Nationale Raad: een kijkje in de geschiedenis en de geleefde praktijk
Ontdek hoe u voorzitter van de Nationale Raad kunt worden. Van verkiezingen tot verantwoordelijkheid - ontdek de regels en achtergronden achter dit belangrijke ambt in het Oostenrijkse parlement. Een spannende reis door de geschiedenis en praktijk van de verkiezing van de voorzitter van de Nationale Raad.
De presidentsverkiezingen in de Nationale Raad: een kijkje in de geschiedenis en de geleefde praktijk
Hoe word je voorzitter van de Nationale Raad?
Na de beëdiging kiest de Nationale Raad uit zijn midden de president, de tweede en de derde president. In principe kan elk van de 183 vertegenwoordigers in het presidium worden gekozen. In de parlementaire praktijk is het echter gebruikelijk dat de drie clubs met de meeste stemmen de drie presidenten leveren.
Een blik op de geschiedenis laat ook zien dat er nooit een tijd is geweest waarin de voorzitter van de Nationale Raad niet afkomstig was van de partij met het grootste mandaat. Sinds 1920 hebben negentien verschillende mensen leiding gegeven aan de Nationale Raad. Ze behoorden allemaal tot de ÖVP of de SPÖ – of hun voorgangerspartijen. Drie van hen waren vrouwen. Velen van hen heetten Leopold. Als je de tweede en derde president meetelt, zijn tot nu toe 52 mensen vertegenwoordigd in de raad van bestuur.
Tot 1983 ontving de derde sterkste partij echter niets in termen van presidentiële posities. Gedurende deze tijd benoemde de verkiezingswinnaar (ÖVP of SPÖ) naast de president ook de derde president van de Nationale Raad. Na de verkiezingen van 1983 was voor het eerst een lid van een andere partij in het presidium vertegenwoordigd: de Vrijheidspartij Gerulf Stix werd de derde president van de Nationale Raad.
Het komt uiterst zelden voor dat de voorzitter van de Nationale Raad niet door een coalitiepartij wordt benoemd, maar het is al eerder gebeurd. Van 1999 tot 2002 leidde Heinz Fischer (SPÖ) de Nationale Raad onder een zwart-blauwe regering. Ook zijn verkiezing tot voorzitter van de Nationale Raad kwam overeen met de parlementaire praktijk: de SPÖ was destijds de partij met het grootste aantal stemmen.
Iedereen die een gewone meerderheid behaalt (50% van de geldige stemmen plus één stem) wordt als gekozen beschouwd. Als niemand deze meerderheid behaalt, wordt er een tweede stemronde uitgevoerd. Als ook hieruit geen duidelijk resultaat voortkomt, worden de twee vertegenwoordigers die in de tweede stemronde de meeste stemmen hebben gekregen, gekozen in een “shortlist”, waarbij bij gelijke stand het lot beslist. De verkiezing geldt voor de gehele legislatuur: uitstemmen is niet mogelijk.
Degene die de functie van voorzitter van de Nationale Raad overneemt, zal een grote verantwoordelijkheid dragen. Omdat het het op een na hoogste ambt in de staat is met uitgebreide bevoegdheden. De president zorgt ervoor dat de waardigheid en rechten van de Nationale Raad behouden blijven, dat de taken van de Nationale Raad worden vervuld en dat de onderhandelingen zonder onnodige vertraging worden gevoerd. Hij of zij zit de vergaderingen voor, mag deze onderbreken en zorgt voor rust en orde in de zaal. Hij kan worden vertegenwoordigd door de tweede en derde president.
De centrale bevoegdheid van de voorzitter van de Nationale Raad is de “hantering van het reglement van orde”, d.w.z. de beslissing over juridische kwesties met betrekking tot de wet op het reglement van orde van de Nationale Raad. In de regel wordt geprobeerd consensus te bereiken op de presidentiële conferentie. De voorzitter van de Nationale Raad heeft echter altijd het laatste woord. Hij of zij oefent het huisgezag uit in de parlementsgebouwen en geeft leiding aan de parlementaire leiding. Bovendien vertegenwoordigt de voorzitter van de Nationale Raad het Parlement naar buiten toe, vooral op internationale bijeenkomsten. Samen met de rest van het presidium vertegenwoordigt de voorzitter van de Nationale Raad de federale president als deze langer dan twintig dagen verhinderd is.
Bron: Oostenrijkse parlement