Ellen Miles brengt hoop via planten met Guerrilla Gardening.
Ellen Miles promoot de natuur in stedelijke omgevingen door middel van guerrillatuinieren. Hun initiatief laat zien hoe kleine acties een grote impact kunnen hebben op het milieu en het welzijn.

Ellen Miles brengt hoop via planten met Guerrilla Gardening.
Tegenwoordig wonen meer mensen dan ooit in steden, vaak gekenmerkt door beton, glas en een verbinding met de natuurlijke omgeving. Toegang tot de natuur is niet langer vanzelfsprekend.
De invloed van Ellen Miles op stedelijke vergroening
De in Londen gevestigde milieuactiviste Ellen Miles, 31, voert actief campagne om dit te veranderen. “Vóór de verstedelijking had iedereen altijd toegang tot de natuur”, vertelt Miles aan CNN. “Nu wordt de natuur vaak een bijzaak.” Ze richtte de campagne in 2020 opDe natuur is een mensenrecht, waarin wordt opgeroepen tot erkenning van de dagelijkse toegang tot groene ruimten in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Gefrustreerd door het trage tempo van de institutionele veranderingen, bekende Miles: “Ik heb het vertrouwen in het top-downproces verloren.” Dus nam ze het heft in eigen handen, met een ongebruikelijke aanpak: in plaats van protestposters of petities gebruikte ze zaden en schoppen.
Guerrillatuinieren: stedelijk activisme met groene vingers
Ze werd een zogenaamde guerrillatuinier: ‘tuinieren op een openbare plek, met een doel’, legt Miles uit. “Zie het als graffiti, maar dan met wilde bloemen in plaats van spuitverf.” Deze vorm van stedelijk activisme heeft tot doel verwaarloosde of genegeerde plekken – scheuren in het asfalt, bermen, braakliggende terreinen – te transformeren in mini-oases voor mensen, bestuivers en biodiversiteit.
Wat begon tijdens de Covid-pandemie – toen parken gesloten waren en de toegang tot groene ruimten ernstig beperkt werd – veranderde in een wekelijks ritueel. Miles en haar buren kwamen elke zondagochtend bijeen, gewapend met bollen en kleine schepjes, en plantten ze in de vaak over het hoofd geziene hoekjes van het Londense Hackney.
Juridisch grijs gebied van guerrillatuinieren
In Groot-Brittannië schommelt het guerrillatuinieren in het juridische grijze gebied: terwijl het zonder toestemming planten op openbaar terrein wettelijk niet is toegestaan, negeren de autoriteiten de acties vaak - zolang er geen sprake is van schade aan eigendommen of overlast.
De Royal Horticultural Society adviseert guerrillatuinders ervoor te zorgen dat hun beplanting anderen niet hindert en de toegang van het publiek niet beperkt of struikelgevaar veroorzaakt. Ook is het belangrijk dat al het geplante kan worden verwijderd en dat de wortels geen structurele schade aan trottoirs en gebouwen veroorzaken.
De wereldwijde beweging van guerrillatuinieren
De wortels van het guerrillatuinieren gaan terug tot de jaren zeventig, toen de Groene Guerrillastrijders onder leiding van Liz Christy in de VS verlaten stukken land omvormden tot gemeenschapstuinen. De beweging heeft zich nu over de hele wereld verspreid, van Ron Finley, de ‘Gangsta Gardener’ in Los Angeles, tot Ta louter natuur in Frankrijk en het Ujamaa Guerrilla Gardening Collective in Zuid-Afrika.
De kracht van sociale media
Miles heeft de undergroundbeweging in de schijnwerpers gezet op platforms als TikTok en andere sociale media. Haar levendige video's demystificeren het proces en laten de stappen zien van het maken van zaadbommen tot het planten van mosspray - een vorm van straatkunst waarbij levend mos wordt gebruikt om patronen of woorden aan muren toe te voegen. "Ik was geen tuinman. Ik heb het gaandeweg geleerd", geeft ze toe. “Maar ik wilde gewoon dat de straten groener zouden zijn.”
Positieve impact op de gezondheid en de gemeenschap
Naarmate de zaden van Miles groeiden, groeide ook haar online publiek. “Jonge mensen zijn tegenwoordig erg gevoelig voor kwesties als klimaatverandering, ongelijkheid en geestelijke gezondheid”, zegt Miles. "Guerrilla-tuinieren heeft daar allemaal mee te maken. Het is iets dat je met je eigen handen kunt doen en meteen de effecten ziet."
“Veel activisme kan ongrijpbaar lijken”, voegt ze eraan toe. "Met guerrilla-tuinieren zie je de resultaten. Het geeft kracht." Het is meer dan alleen symbolisch: "Het is gebleken dat toegang tot groene ruimten net zo belangrijk is voor de mentale en fysieke gezondheid als regelmatige lichaamsbeweging en een gezond dieet", vervolgt Miles. "We hebben planten om ons heen nodig. De fytonciden (verbindingen die planten in de lucht afgeven) zorgen ervoor dat we ons beter voelen."
Een studie Uit een onderzoek van 20.000 deelnemers aan de Universiteit van Exeter bleek dat mensen die minstens 120 minuten per week in groene ruimten doorbrengen, een aanzienlijk betere lichamelijke gezondheid en geestelijk welzijn rapporteerden dan degenen die dat niet deden. Kleine kinderen hebben toegang tot groene ruimtes verminderde hyperactiviteit en verbeterde aandachtsspanne geassocieerd geweest. Gemeenschappen kunnen er ook van profiteren: een VS studie toonde aan dat het groener maken van verlaten eigendommen kan leiden tot lagere criminaliteitscijfers.
Iedereen kan meedoen!
De boodschap van Miles is simpel: iedereen kan meedoen. “Het is nu lente”, zegt ze. “Zoek inheemse wilde bloemen, strooi ze uit als het regent, dan hoef je ze niet eens water te geven.” Voor degenen die dieper in het onderwerp willen duiken, Miles een boek over dit onderwerp geschreven en biedt een gratis exemplaar aan online cursus van vier weken via de non-profitorganisatie Earthed, waar al meer dan 300 deelnemers zich bij hebben aangesloten. Ze raadt aan om samen te tuinieren; gemeenschap is de sleutel.
Hun visie is gedurfd maar verfrissend praktisch: “Waarom zijn niet al onze trottoirs omzoomd met heggen?” vraagt Miles. "Onze gebouwen zouden bedekt kunnen worden met planten. Onze daken en bushaltes zouden kunnen bloeien met bloemen. Dat is een no-brainer."