Kritiek op de Wet bescherming volwassenen: Raad voor Gehandicapten waarschuwt voor risico's!
Op 30 mei 2025 sprak de Oostenrijkse Raad voor Mensen met een Handicap zich uit tegen wijzigingen in de wetgeving inzake de bescherming van volwassenen die de mensenrechten in gevaar brengen.

Kritiek op de Wet bescherming volwassenen: Raad voor Gehandicapten waarschuwt voor risico's!
In Oostenrijk worden veranderingen in de wetgeving inzake de bescherming van volwassenen besproken als onderdeel van de Begeleidingswet 2025, die op aanzienlijke weerstand stuiten. De Oostenrijkse Raad voor Gehandicapten heeft zich duidelijk uitgesproken tegen deze geplande aanpassingen, omdat deze mogelijk de bescherming van de mensenrechten in gevaar brengen. Klaus Widl, voorzitter van de Oostenrijkse Raad voor Gehandicapten, wijst op de noodzaak om overhaaste wijzigingen in de wetgeving inzake de bescherming van volwassenen te vermijden, om de vooruitgang die is geboekt door de Tweede Wet op de Bescherming van Volwassenen niet in gevaar te brengen.
De belangrijkste punten van de voorgestelde wetswijzigingen zijn onder meer de verlenging van de termijn voor de verlenging van de rechterlijke vertegenwoordiging van volwassenen van drie naar vijf jaar. Bovendien moet worden besloten tot het schrappen van de verplichte clearing in het verlengingsproces. Ook de mogelijkheid dat advocaten en notarissen als volwassen vertegenwoordigers kunnen worden ingezet, maakt deel uit van het ontwerp. Deze veranderingen worden door de Raad voor de Gehandicapten als onaanvaardbaar beschouwd, omdat ze de rechten van mensen met een handicap in twijfel trekken.
Vereisten en evaluatieproces
De Raad voor Gehandicapten roept de minister van Justitie Dr. Anna Sporrer op om twee specifieke punten uit het ontwerp te schrappen: de verlenging van de termijn voor verlenging (artikel 246 ABGB) en het schrappen van de verplichte clearing (artikel 128 AußStrG). Widl benadrukt dat de bescherming van de mensenrechten voor mensen met een beperking gegarandeerd moet worden, wat door de geplande bezuinigingen ernstig in twijfel wordt getrokken.
Belangrijk is verder dat een werkgroep binnen het ministerie van Justitie sinds de zomer van 2024 bezig is met de evaluatie van de Wet volwassenenbescherming. De voorgenomen wijziging staat dan ook regelrecht in tegenspraak met de resultaten van deze werkgroep. In deze context kreeg Oostenrijk tijdens de laatste staatsherziening door het VN-Comité van Deskundigen voor de Rechten van Mensen met een Handicap in augustus 2023 op veel gebieden een berisping, terwijl de Tweede Wet op de Bescherming van Volwassenen positief werd benadrukt.
Internationale context en mensenrechten
De discussie over het volwassenenbeschermingsrecht in Oostenrijk vindt plaats tegen de achtergrond van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (UN-BRK). Dit verdrag heeft tot doel de mensenrechten en fundamentele vrijheden van ongeveer 1 miljard mensen met een handicap wereldwijd te bevorderen, te beschermen en te garanderen. In Duitsland werd het UN CRPD op 24 februari 2009 geratificeerd en op 26 maart 2009 in werking getreden, wat resulteerde in een paradigmaverschuiving in het gehandicaptenbeleid en de erkenning van de mensenrechten van mensen met een handicap.
Het UN CRPD specificeert rechten zoals toegang tot onderwijs, de arbeidswereld en het culturele leven en regelt de deelname op verschillende gebieden van het leven. Staten die partij zijn, zijn verplicht regelmatig rapporten in te dienen over de status van de implementatie van deze rechten en moeten het Verdrag actief implementeren. Deze verplichting toont de noodzaak aan van alomvattende bescherming tegen discriminatie en uitsluiting, die in Oostenrijk in gevaar zouden kunnen komen door de beoogde wijzigingen in de wetgeving inzake de bescherming van volwassenen.
De kwestie van de hervormingen in de wetgeving inzake de bescherming van volwassenen illustreert de cruciale rol van wetgevende maatregelen om de mensenrechten te beschermen en wijst op het internationale karakter van dit probleem, zoals ook het Duitse Instituut voor Mensenrechten benadrukt. Het overeengekomen doel van het UN CRPD blijft dat alle mensen met een handicap gelijke en volledige toegang hebben tot hun rechten en dat de noodzakelijke beschermingsmechanismen aanwezig zijn.
Met het oog op de volgende stappen valt nog te bezien hoe de juridische situatie zich zal ontwikkelen en of er een dialoog zal plaatsvinden tussen politieke besluitvormers en vertegenwoordigers van de beweging voor de rechten van gehandicapten.