Zeldzaam zeesterfossiel ontdekt in Pfände: een schat uit het Mioceen!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Een zeldzame vondst van een zeesterfossiel uit het Mioceen op de Pfänden bij Bregenz is een verrukking voor wetenschappers en verzamelaars.

Ein seltener Seestern-Fossilfund aus dem Miozän am Pfänder bei Bregenz begeistert Wissenschaftler und Sammler.
Een zeldzame vondst van een zeesterfossiel uit het Mioceen op de Pfänden bij Bregenz is een verrukking voor wetenschappers en verzamelaars.

Zeldzaam zeesterfossiel ontdekt in Pfände: een schat uit het Mioceen!

Een opmerkelijke fossiele ontdekking heeft voor opschudding gezorgd in de Pfänden bij Bregenz. In de Bovenzee-melasse is een zeester ontdekt waarvan de overblijfselen als uiterst zeldzaam worden beschouwd. Normaal gesproken zijn zeesterren, die geen mineraalskelet hebben, moeilijk als fossielen te vinden, omdat hun structuren vaak breken tijdens het ontbindingsproces. Zoals de Kleine krant Naar verluidt zou de zeester kunnen worden bewaard onder speciale afzettingsomstandigheden. Aangenomen wordt dat het dier destijds in de zachte modder op de zeebodem is gezonken en kort daarna onder het zand is beland, mogelijk als gevolg van een storm.

De vondst staat bekend als Asteriacites stelliformis en bevindt zich aan de onderkant van een zandstenen plaat. Tijdens veldstudies in de Boven-Molasse werden ook andere fossielen ontdekt, waaronder slakken, oesters en Sint-Jakobsschelpen. Een gravende zee-egel die enkele jaren geleden werd gevonden, wordt ook als een zeldzaamheid in deze regio beschouwd. De overblijfselen van zeesterren zijn uiterst zeldzaam in Vorarlberg, wat deze vondst bijzonder opmerkelijk maakt.

Geologische achtergronden

Het Molassebekken waarin deze fossiele ontdekking werd gedaan, strekt zich uit over ongeveer 800 km en werd gevormd tijdens de overgang tussen het Eoceen en het Oligoceen, toen de Pennine-Oceaan zich sloot. Deze geologische ontwikkeling resulteerde in de botsing van de Adriatische en Europese platen, wat leidde tot de verzakking van de Europese continentale plaat. De afzettingen in dit bekken, bekend als “melasse”, worden gekenmerkt door slecht geconsolideerde sedimenten zoals zand, slib en mergel, evenals enkele conglomeraten en kalksteen. De naam “Molasse” is afgeleid van het Frans en betekent “zacht”, wat de aard van deze sedimenten beschrijft molasse-haie-rochen.de.

De vulling van het Molassebekken duurde van het Beneden-Oligoceen tot het Boven-Mioceen, over een periode van ongeveer 25 miljoen jaar. De vorming van sediment was afhankelijk van verschillende factoren, waaronder bodemdaling en gebergtevorming. De belangrijkste sedimentaanvoer kwam uit de Alpen, wat betekent dat de sedimenten aan de rand van de Alpen de grootste diktes hadden, tot wel 5000 meter.

Evolutie van de fossiele diversiteit

De geologische omstandigheden in het Molassebekken hebben bijgedragen aan de vorming van een verscheidenheid aan fossielen. De systematische indeling in verschillende soorten melasse is cruciaal voor het begrijpen van de regionale geologie. Dit omvat mariene melasse, brakwatermelasse en zoetwatermelasse en varieert van de laagste tot de bovenste lagen paleontologie.geosciences.uni-muenchen.de.

De lithostratigrafische indeling van het Molassebekken omvat in totaal zes groepen, die elk verder inzicht bieden in de geologische geschiedenis en de ontwikkeling van de fossiele fauna. De ontsluitingsomstandigheden aan de noord- en zuidrand van het bekken zijn bijzonder belangrijk voor onderzoek. De zeestervondst is niet alleen van wetenschappelijk belang, maar werd ook genomineerd als “Fossiel van de Maand” in het verzamelaarsmagazine “Der Steinkern”, wat het belang van deze historische vondst onderstreept.