Alarmerende cijfers: bijna de helft van de Weense brugklassers heeft problemen met Duits
Bijna de helft van de Weense eersteklassers kent niet genoeg Duits om lessen te volgen. De cijfers weerspiegelen deels internationale crises, kritische stemmen roepen om snellere oplossingen.

Alarmerende cijfers: bijna de helft van de Weense brugklassers heeft problemen met Duits
Een alarmerende statistiek veroorzaakt opschudding in Wenen. Bijna de helft van de eersteklassers van de stad heeft moeite om voldoende Duits te spreken om lessen te volgen. Uit een verzoek van de ‘Standaard’ aan het kantoor van gemeenteraadslid voor Onderwijs Christoph Wiederkehr (NEOS) blijkt dat van de 18.722 leerlingen die op 1 oktober de eerste klas van een openbare basisschool bezochten, 8.342 kinderen, oftewel 44,6 procent, een ‘buitengewone status’ hebben. Dit betekent dat zij niet aan de taaleisen kunnen voldoen.
Het percentage slechte taalvaardigheden is toegenomen vergeleken met het voorgaande jaar. Terwijl in het schooljaar 2022/2023 ongeveer 36 procent van de leerlingen als uitzonderlijk werd beschouwd, is dit aantal nu aanzienlijk gestegen. Wethouder Onderwijs Wiederkehr legt uit dat deze stijging deels te wijten is aan internationale crises, met name de toestroom van vluchtelingen uit Syrië en Oekraïne. Een groot deel van de getroffen kinderen, namelijk 5.084, is echter van Oostenrijkse afkomst en dus in Oostenrijk geboren.
Kritiek op de verdeling van federale fondsen
In een recent persbericht uitte Wiederkehr zijn bezorgdheid over de ontoereikende federale financiering. Er is een aanzienlijk gebrek aan middelen om het Duits te promoten. “De door de federale overheid toegekende standpunten zijn niet voldoende”, zegt hij. Deze schaarse middelen hebben er in het verleden al voor gezorgd dat geld uit andere gebieden moest worden gebruikt om de Duitse promotie te ondersteunen.
Het absolute aantal studenten met een uitzonderlijke status blijft hoog, wat leidt tot een grotere behoefte aan effectieve taalondersteuning.
Roept op tot hervormingen in het onderwijssysteem
In een interview afgelopen weekend drukte NEOS-baas Beate Meinl-Reisinger het voorstel uit voor een tweede verplicht kleuterschooljaar. Ook Johannes Kopf, hoofd van de AMS, sprak zich hiervoor uit. De SPÖ benadrukt dat een dergelijke maatregel noodzakelijk is, maar dat de financiering verzekerd moet zijn. De ÖVP daarentegen pleit voor uitbreiding van de kinderopvang voor kinderen onder de drie jaar, om zo vroegtijdig te kunnen investeren in de taalontwikkeling.
De oppositie in Wenen is uiterst kritisch over de onderwijsplannen van het stadsbestuur. De onderwijswoordvoerders van de Groene Partij, Julia Malle en Felix Stadler, roepen op tot fundamentele hervormingen en een verbetering van de arbeidsomstandigheden voor het Duitstalige ondersteunend personeel. Ook de ÖVP had scherpe kritiek op de situatie. Onderwijswoordvoerder Harald Zierfuß omschrijft de omstandigheden als “ongelooflijk” en beschouwt dit als een mislukking van de vorige regeringspartijen SPÖ en NEOS in de kleuterschoolsector. Hij pleit ervoor dat er een verplichte kleuterschool wordt ingevoerd voor kinderen vanaf drie jaar die onvoldoende kennis van het Duits hebben.
Dominik Nepp, het hoofd van de Weense FPÖ, uitte ook ernstige beschuldigingen tegen de gemeenteraadslid voor onderwijs. “Binnen vier jaar slaagde Wiederkehr erin het onderwijssysteem in Wenen op de rand van de afgrond te brengen”, aldus Nepp. Hij eist een garantie van de NEOS-baas dat Wiederkehr niet in een ander hoger ambt, zoals dat van minister van Onderwijs, wordt benoemd.
De huidige discussie over het taalprobleem in Wenen maakt duidelijk dat er dringend actie nodig is om de taalvaardigheid van studenten te verbeteren. Meer details over dit onderwerp zijn te vinden in een artikel in de “Standaard”.