Pensioenhervorming onder druk: gaat de startleeftijd eindelijk omhoog?
Ingrid Korosec pleit voor aanpassingen in het pensioenstelsel om de begrotingslasten te verminderen. Het artikel belicht de belangrijkste uitdagingen en maatregelen.

Pensioenhervorming onder druk: gaat de startleeftijd eindelijk omhoog?
In Oostenrijk komt het pensioenstelsel steeds meer onder druk te staan. Ingrid Korosec, voorzitter van de Oostenrijkse Seniorenvereniging, roept nu op om de feitelijke pensioenleeftijd aan te passen aan de wettelijke leeftijd van 65 jaar. Volgens Korosec zou deze maatregel de staat jaarlijks ongeveer 2,8 miljard euro besparen. Bovendien zal de startleeftijd voor vrouwen in 2033 gelijk worden gesteld aan die van mannen, wat de overheidssubsidies met ongeveer 10 miljard euro zou kunnen verminderen. Momenteel beëindigt ongeveer 44 procent van de mensen tussen de 55 en 64 jaar hun dienstverband niet door regulier ontslag, maar door ziekteverlof of werkloosheid. Uit de cijfers blijkt dat mannen in 2023 gemiddeld slechts tot de leeftijd van 62,2 jaar werkten, wat de urgentie van deze hervormingen onderstreept. Korosec roept de verantwoordelijken in de regering op om feiten te verstrekken en snel te handelen in plaats van angst aan te wakkeren, zoals op OTS.at gemeld.
Politieke uitdagingen en de toekomst van het pensioenstelsel
Het is twintig jaar geleden sinds de laatste alomvattende hervorming van het pensioenstelsel, en veel deskundigen waarschuwen dat de druk om te hervormen toeneemt. Christoph Badelt, voorzitter van de Begrotingsraad, benadrukt dat de vergrijzing van de samenleving een negatief effect zal hebben op zowel de pensioen- als de zorgkosten. Dit zou in de toekomst tot aanzienlijke financiële lasten kunnen leiden. Een mogelijke oplossing zou zijn om de wettelijke pensioenleeftijd geleidelijk te verhogen in het licht van de toegenomen levensverwachting. Momenteel gaan mannen gemiddeld rond de 62 jaar met pensioen en vrouwen rond de 60 jaar, wat doet denken aan de omstandigheden in de jaren zeventig. De Pension Security Commission werd in 2017 opgericht om de financiële stabiliteit van het pensioenstelsel te monitoren. Een nieuwe voorzitter, Christine Mayrhuber, gaat deze uitdaging aan de persberichten.
De uitdagingen zijn duidelijk: de uitgaven voor wettelijke pensioenverzekeringen zouden kunnen stijgen van 12,7 miljard euro naar 21,8 miljard euro in 2028. Dit is te wijten aan een toenemend aantal mensen dat een pensioen afsluit en de hoge inflatie. Ondanks tegengestelde voorspellingen van de verantwoordelijken van het ministerie van Sociale Zaken is actie nodig om de aanpassingen succesvol te maken. Maar partijpolitieke discussies staan vaak centraal, terwijl essentiële hervormingen uitblijven. Het is duidelijk dat de pensioendialoog een nieuw niveau van ernst en transparantie moet bereiken om blijvende positieve veranderingen mogelijk te maken.