Weense onderzoekers ontwikkelen baanbrekende technologieën voor schone energie!
Wetenschappers van de TU Wenen onderzoeken innovatieve katalysatoren voor efficiënte energieconversie en -opslag in de MECS Cluster of Excellence.
Weense onderzoekers ontwikkelen baanbrekende technologieën voor schone energie!
De urgentie is groot! Met het oog op de voortschrijdende klimaatverandering werkt een team van ongeveer 120 onderzoekers van de Technische Universiteit van Wenen aan het vinden van baanbrekende oplossingen voor toekomstige energieopslag. Dit initiatief, bekend als de MECS (Materials for Energy Conversion & Storage) Cluster of Excellence, ging van start in oktober 2023 en heeft al een financiering van 35 miljoen euro ontvangen, ondersteund door het Oostenrijkse Wetenschapsfonds en de deelnemende universiteiten. Het doel is om effectieve katalysatoren te vinden die de overstap naar duurzame energie zullen helpen forceren, aldus de onderzoekers en vice-president van Club Tirol, Renate Danler.
Energieconversie in focus
Er zijn innovatieve benaderingen nodig om fossiele brandstoffen af te schaffen. Günther Rupprechter, onderzoeksdirecteur van het cluster, legt uit dat onderzoekers aan twee hoofdmethoden werken: elektrokatalyse en fotokatalyse. Met de eerste kan water worden omgezet in waterstof en zuurstof met behulp van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Fotokatalyse maakt gebruik van zonne-energie om direct waterstof te produceren; een methode die een enorm potentieel heeft, legt Dominik Eder, hoogleraar Moleculaire Materiaalchemie, uit. Maar de duivel zit in de details: op maat gemaakte nanokatalysatoren zijn nodig om deze technologieën efficiënt te implementeren en om de langetermijnuitdagingen van energieopslag het hoofd te bieden.
De uitdagingen zijn divers: waterstof is moeilijk op te slaan of te transporteren, dus onderzoeken wetenschappers ook de productie van alternatieve brandstoffen, zoals mierenzuur of zelfs ammoniak, door middel van fotokatalyse. Hoewel het proces momenteel energie-intensief is, laat onderzoek aanvankelijk succes zien en geeft het reden tot hoop op industriële toepassingen in de toekomst. Zoals de Universiteit van Wenen rapporteert, zou praktische implementatie van de onderzoeksresultaten binnen de komende tien jaar mogelijk kunnen zijn - een revolutionaire ontwikkeling voor het energiebeheer van de toekomst.