Overheid negeert studentenproblemen: Litzke luidt noodklok!

Overheid negeert studentenproblemen: Litzke luidt noodklok!

Op 27 maart 2025 uitte Manuel Litzke, lid van de Nationale Raad en studentenvertegenwoordiger, kritiek op de huidige situatie aan de universiteiten in Oostenrijk. In zijn verklaring noemde hij het gebrek aan ambitie van de regering om de studieomstandigheden te verbeteren zorgwekkend. Een van de centrale zorgen van Litzke is het ontwikkelen van programma's zoals CEEPUS, dat de internationale uitwisseling bevordert, moet meer aandacht krijgen. Hij benadrukt het belang van dergelijke initiatieven voor zowel de persoonlijke als professionele ontwikkeling van studenten.

Litzke had ook kritiek op de financiële situatie van studenten, die wordt gekenmerkt door stijgende huisvestingskosten in steden als Wenen en de overbevolking van collegezalen, vooral in de initiële studiefase (STEOP). Hij wees erop dat tweederde van de studenten naast hun studie moet werken om in hun levensonderhoud te voorzien. Volgens hem is deze ontwikkeling een teken dat er in het overheidsprogramma onvoldoende rekening wordt gehouden met de behoeften van studenten.

Kritiek op de regering

Wat Litzke vooral zorgwekkend is, is dat het overheidsprogramma zich meer richtte op de belangen van universiteiten dan op die van studenten. Het initiatief om de studieomstandigheden te verbeteren zou ontoereikend zijn als er geen rekening zou worden gehouden met het perspectief van de studenten. Hij uitte ook zijn zorgen over de toenemende scholing van universiteiten en de daarmee samenhangende aanwezigheidseisen, die studenten extra hindernissen opleggen.

Een ander onderwerp dat Litzke aansneed was de opkomst van links-extremisme op universiteiten. Hij bekritiseerde het gebrek aan aandacht voor dit probleem in het huidige regeringsprogramma en was sceptisch over de inhoud van het 211 pagina's tellende evaluatiedocument van de regering. Hij wenste de minister succes bij de evaluatietour en riep op tot meer financiële middelen om de studieomstandigheden te verbeteren.

Belang van internationale universitaire samenwerking

De CEEPUS-mobiliteitsprogramma wordt ondersteund door het federale ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Onderzoek (BMBWF) en speelt een cruciale rol bij het versterken van de wetenschappelijke samenwerking in Midden- en Oost-Europa. CEEPUS stelt studenten en docenten in staat om gedurende een bepaalde periode in deelnemende landen te wonen en studeren zonder zich zorgen te hoeven maken over financiën. Dergelijke mobiliteit vindt plaats binnen netwerken op facultair of instituutsniveau.

De deelnemende landen aan het programma zijn onder meer Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Slowakije en Oostenrijk. Universiteiten hebben jaarlijks vóór 30 november de mogelijkheid om financiering voor netwerken aan te vragen om hun studenten in staat te stellen zich verder te ontwikkelen in een internationale context.

Daarnaast zijn Duitse universiteiten ook steeds meer betrokken bij internationale samenwerking. Luidruchtig international-hochschulkooperationen.de De ontwikkeling van studieprogramma's en faculteiten in het buitenland wordt belangrijker en zou de internationaliseringsstrategieën van universiteiten moeten ondersteunen. De Code voor Duitse Universitaire Projecten, die in 2013 werd aangenomen, stelt minimale kwalitatieve en ethische eisen om de kwaliteit van Duitse universitaire projecten in het buitenland te waarborgen.