Onderzoekers ontdekken: zangvogels doen het zonder de eetlustopwekker ghreline!
Weense onderzoekers ontdekken verlies van het ghreline-gen bij zangvogels, wat impact heeft op de voedselinname en het trekgedrag.
Onderzoekers ontdekken: zangvogels doen het zonder de eetlustopwekker ghreline!
Wetenschappers hebben ontdekt dat zangvogels een belangrijk hormoon hebben verloren dat bekend staat om zijn rol bij het reguleren van de eetlust. Het hormoon ghreline, dat bij mensen de eetlust opwekt, speelt bij de meeste vogelsoorten een andere rol: bij duiven en kwartels vermindert het de behoefte om te eten. Een nieuwe studie uitgevoerd door een team onder leiding van Leonida Fusani van het Konrad Lorenz Instituut voor Vergelijkend Gedragsonderzoek (KLIVV) concentreerde zich op de tuinzanger (Sylvia Borin) en ontdekte dat deze zangvogels geen gen voor ghreline hebben. De resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift “Royal Society Open Science”. Volgens de onderzoekers zou het verlies van dit hormoon ervoor kunnen zorgen dat zangvogels vóór de trek veel vet kunnen aankomen, wat cruciaal is voor de lange vluchten die voor ons liggen.
Het verlies van het ghrelinehormoon zou ertoe kunnen leiden dat zangvogels hun lichaamsgewicht verdubbelen, zodat ze zich optimaal kunnen voorbereiden op de komende migratieproblemen. Uit experimenten met andere vogelsoorten blijkt dat zangvogels over het algemeen geen ghrelinegenen hebben. Dit roept vragen op over de adaptieve mechanismen die deze vogels helpen hun vetopslag effectiever te beheersen.
Fysiologische aanpassingen bij trekvogels
Trekvogels die lange afstanden afleggen tussen broed- en overwinteringsgebieden vertonen bijzondere fysiologische aanpassingen die intensief worden bestudeerd door onderzoekers. Een belangrijke bevinding is dat hun belangrijkste energiebron de vetreserves zijn die vóór de trekvluchten zijn opgebouwd. In een internationaal onderzoek waarbij het Konrad Lorenz Instituut betrokken is, werd de rol van corticosteron en ghreline bij kwartels (Coturnix coturnix) nader onderzocht. De kwartels werden blootgesteld aan gecontroleerde veranderingen in daglengte om de effecten van herfstmigratie te simuleren.
De resultaten laten zien dat het optreden van het trekfenotype geassocieerd is met hogere ghrelineconcentraties, wat betekent dat het hormoon een essentiële rol speelt bij de voorbereiding op de vogeltrek. Bovendien correleert ghreline met veranderingen in de lichaamsmassa van vogels tijdens deze cruciale fasen. In dit onderzoek werd echter geen significante relatie tussen de ghreline- en corticosteronspiegels gevonden, wat de complexiteit van hormonale mechanismen verder benadrukt.
Impact op onderzoek naar de menselijke gezondheid
De onderzoeksresultaten over zangvogels en hun gebruik van ghreline kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor ons begrip van menselijke gezondheidsproblemen. Ze zouden met name inzicht kunnen verschaffen in de mechanismen van obesitas en eetstoornissen. Het begrijpen van de processen waarmee vogels hun vetreserves opbouwen en reguleren, kan helpen analogieën te trekken met menselijke eettrends en gewichtsregulatie.
Over het geheel genomen bieden de resultaten van deze onderzoeken belangrijke inzichten in de evolutionaire aanpassingen van vogels en hun vermogen om zich voor te bereiden op lange reizen. Naarmate het intensieve onderzoek naar deze mechanismen voortduurt, kan het verband tussen de vogelbiologie en de menselijke gezondheid de komende jaren nog duidelijker worden.
Voor meer informatie en details over deze onderwerpen kunt u de rapporten raadplegen oe24 En DocCheck lees op.