Europese satelliet detecteert dramatische zeespiegelstijging!
De Sentinel-6A-satelliet volgt de stijging van de zeespiegel terwijl de lancering van Sentinel-6B nadert. Essentiële gegevens voor klimaatonderzoek.

Europese satelliet detecteert dramatische zeespiegelstijging!
De aanstaande lancering van de Sentinel-6B-satelliet op 17 november 2025 werd vandaag besproken tijdens een persevenement georganiseerd door de European Space Agency (ESA). Sentinel-6B maakt deel uit van het aardobservatieprogramma ‘Copernicus’ en wordt beheerd door ESA in samenwerking met de Europese Commissie. Samen met zijn voorganger Sentinel-6A, actief sinds het begin van de jaren negentig, hebben deze satellieten een essentiële rol gespeeld bij het nauwkeurig meten van de mondiale zeespiegel. De gecombineerde kosten van beide satellieten bedragen ongeveer 400 miljoen euro, waarbij ongeveer 40 bedrijven betrokken zijn, waaronder het in Wenen gevestigde ruimtevaartbedrijf Beyond Gravity.
Sentinel-6A laat een zorgwekkende trend zien: terwijl de zeespiegel tussen 1993 en 2003 met gemiddeld ongeveer 2 mm per jaar steeg, heeft de huidige satelliet nu een stijging van 4,2 mm per jaar gedocumenteerd. Dit betekent dat de totale zeespiegelstijging sinds 1999 al 9,38 cm bedraagt. Deze gegevens zijn vooral belangrijk omdat ongeveer 900 miljoen mensen in laaggelegen gebieden wonen die het risico lopen te overstromen als gevolg van de stijgende zeespiegel. Ondanks de alarmerende cijfers worden de stemmen van de eilandstaten en de getroffen regio’s vaak weinig gehoord.
Relevantie van satellietgegevens
De bevindingen uit satellietmetingen zijn niet alleen van belang voor milieuonderzoek, maar worden ook verwerkt in verschillende praktische toepassingen. De gegevens ondersteunen onder meer weersvoorspellingen, het beheer van kustgebieden en de scheepvaartveiligheid. Elke tien dagen wordt de hele aarde door de satellieten gedekt, waardoor zeer nauwkeurige hoogtemetingen mogelijk zijn. Deze zijn cruciaal voor kortetermijnvoorspellingen over extreme weersomstandigheden, de verspreiding van verontreinigende stoffen in het water en de temperatuur van de oceanen.
Bovendien bleek uit een recent onderzoek van onderzoekers van de Tulane Universiteit dat de voorspellingen van het Intergouvernementeel Panel voor Klimaatverandering (IPCC) uit 1996, die een mondiale zeespiegelstijging van bijna acht centimeter in de komende dertig jaar voorspelden, uiterst accuraat waren. In feite bedraagt de werkelijke stijging sinds 1996 negen centimeter, wat meer is dan de IPCC-voorspelling. Dit verschil wordt gedeeltelijk toegeschreven aan de smeltende ijskappen in het Noordpoolgebied en Antarctica, omdat modellen destijds de invloed van de opwarmende oceanen op de stabiliteit van deze ijskappen onderschatten.
Belang van regionale analyse
De uitdaging voor wetenschappers blijft om de mondiale gegevens te vertalen naar specifieke regionale voorspellingen om aanpassingsmaatregelen te helpen ontwikkelen. Het zeeniveau stijgt niet overal gelijkmatig, waardoor er aanzienlijke variabiliteit wordt waargenomen. Onderzoek speelt hier een cruciale rol, waarbij gegevens van NASA-satellietmissies en NOAA-oceaanobservatieprogramma's van cruciaal belang zijn.
Over het geheel genomen laat de huidige trend van zeespiegelstijging zien dat er dringend actie moet worden ondernomen om de risico's voor de meest getroffen regio's tot een minimum te beperken. De komende technische ontwikkelingen en intensievere internationale samenwerking zijn essentieel om de uitdagingen van de klimaatverandering het hoofd te bieden.
Meer informatie over de metingen van de zeespiegelstijging en de bijbehorende bevindingen kunt u vinden in Kleine Zeitung en Research and Kennis.