Von der Leyen onder vuur: Is de Green Deal in gevaar?
Ursula von der Leyen benadrukt in haar toespraak de Green Deal van de EU, terwijl critici waarschuwen voor dereguleringsplannen. Een actueel rapport analyseert de gevolgen.

Von der Leyen onder vuur: Is de Green Deal in gevaar?
Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, benadrukte in haar recente State of the Union-toespraak de noodzaak van eenheid, vrijheid, democratie en de rechtsstaat. Ze erkende echter ook dat de Green Deal niet de volledige steun krijgt die men zou willen. Critici beschuldigen haar van toenemende deregulering, die de industriële belangen op de korte termijn dient en in strijd is met het langetermijndoel van klimaatneutraliteit. Terwijl Von der Leyen sprak over de “kracht van de Green Deal” en de EU herhaalde dat zij in 2050 klimaatneutraal wilde worden, lijken de specifieke maatregelen en de uitvoering ervan in een ander licht te worden gepresenteerd. Dat meldt Ökonews dat er een vloedgolf aan omnibuspakketten op komst is om de regelgeving te versoepelen, die naar verluidt acht miljard euro zullen besparen.
Deze deregulering kan grote gevolgen hebben. Uit een rapport blijkt dat het niet implementeren van de bestaande EU-milieuwetten jaarlijks 180 miljard euro kost. Het Europees Milieubureau uit zorgwekkende twijfels over de geplande financiering voor milieumaatregelen in het nieuwe meerjarig financieel kader, die de uitvoering van de Green Deal verder in gevaar zou kunnen brengen. Patrick ten Brink, secretaris-generaal van de EEB, bekritiseerde de toespraak van Von der Leyen als een “staat van misleiding” in het licht van de klimaatcrisis.
Overzicht van de Green Deal
De Europese Green Deal heeft zich ontwikkeld tot een ambitieus project dat tot doel heeft de EU tegen 2050 klimaatneutraal te maken. De Commissie is van plan de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55% te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. Het gaat om 47 afzonderlijke maatregelen in verschillende sectoren, zoals transport, industrie en handel. Belangrijke elementen zijn de EU-emissiehandel, een nieuw klimaattarief en het klimaatsociaal fonds om de economie en het milieu in harmonie te brengen. Het Federaal Agentschap voor Burgereducatie houdt zich bezig met deze kwestie de uitdagingen en kansen van dit project.
De COVID-19-pandemie en de oorlog in Oekraïne hebben het economische klimaat echter aanzienlijk veranderd. Duitsland is van plan de import van vloeibaar gas uit te breiden en tijdelijk gebruik te maken van kolencentrales, wat de duurzaamheidsdoelstellingen in twijfel trekt. Er bestaat ook grote bezorgdheid dat de Green Deal het concurrentievermogen van de EU in gevaar zou kunnen brengen, aangezien de EU slechts 7,3% van de mondiale uitstoot van broeikasgassen uitstoot. Vooral Oost-Europese landen, die sterk afhankelijk zijn van steenkool, uiten hun bedenkingen bij de doelstellingen.
Internationale samenwerking en sociale aspecten
Internationale samenwerking, bijvoorbeeld in het kader van een ‘klimaatclub’, zou de EU niet alleen moeten helpen haar eigen uitstoot te verminderen, maar ook op mondiaal niveau een impuls moeten geven. Sociale aspecten zijn van cruciaal belang, omdat het koolstofarm maken van de economie verschillende bevolkingsgroepen verschillend kan beïnvloeden. Voorstellen voor sociale demping door de herverdeling van de CO2-prijsinkomsten onder huishoudens met een laag inkomen zijn daarom essentieel. Zoals het Federaal Agentschap voor Burgereducatie laat zien is er de afgelopen jaren sprake van een verschoven focus op klimaatvraagstukken, vooral na de politieke opkomst van de Groene Partij en de Fridays for Future-beweging.
De uitdagingen die voor ons liggen, gecombineerd met de prioriteitstelling van onmiddellijke economische belangen boven milieudoelstellingen op de lange termijn, roepen vragen op over de toekomst van het klimaatbeleid van de EU. De druk op Von der Leyen om oplossingen te vinden die zowel de industrie versterken als rekening houden met klimaatbescherming wordt groter. De positieve stappen die worden gezet in de richting van sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid kunnen in gevaar worden gebracht door de dreiging van deregulering en verwaarlozing van milieukwesties.