Wolven in Karinthië: overwinning van het gezond verstand of dreigend gevaar?
De landbouwvertegenwoordigers van Karinthië verwelkomen het EU-besluit om de beschermingsstatus van wolven te verminderen als een belangrijke stap voor de regio.

Wolven in Karinthië: overwinning van het gezond verstand of dreigend gevaar?
Het meest recente besluit van de EU om de beschermingsstatus van wolven te verlagen, veroorzaakt bittere discussies en verontwaardiging onder boeren in Karinthië. Zoals de Karinthische Kamer van Landbouw rapporteert, werd deze beslissing gevierd als een “overwinning van het gezond verstand”. President Siegfried Huber beschouwt de ongecontroleerde verspreiding van wolven als niet langer duurzaam. Hij en andere landbouwvertegenwoordigers roepen nu op tot onmiddellijke veranderingen in het wettelijke kader, met name de Conventie van Bern en de Habitatrichtlijn, om de lasten voor de weidelandbouw te verlichten. In Europa is de wolvenpopulatie gegroeid tot ongeveer 20.300 dieren, wat ertoe leidt dat er jaarlijks ongeveer 65.000 vee wordt gedood, vervolgde Huber.
Landbouwreacties
Vanuit agrarisch perspectief zijn de reacties op het besluit steeds positief geweest. Landbouwfunctionaris Martin Gruber beschreef de ontwikkeling als een “belangrijke eerste stap” voor het wolvenbeheer in de hele EU. Het nieuws werd ook op politiek niveau gevierd: minister van Landbouw Norbert Totschnig ziet dit als een mijlpaal voor een eenvoudiger regulering van de grote carnivoor. Totschnig waarschuwde dat het probleem veel verder gaat dan het verlies van dieren, aangezien wolven steeds meer hun angst voor mensen verliezen. In deze context benadrukte hij de noodzaak om aanvallen van wolven te voorkomen om de veiligheid van de bevolking te garanderen.
De situatie wordt echter nog verergerd door de vraag hoe lang het kan duren voordat het wettelijke kader daadwerkelijk is aangepast. Volgens LK-president Huber zou een veto-uitdaging tegen het besluit binnen drie maanden nog steeds effect kunnen hebben, maar wordt dit als onwaarschijnlijk beschouwd. Het valt daarom nog te bezien hoe snel de EU en haar lidstaten zullen handelen. Terwijl voorstanders aandringen op een versoepeling van de beschermingsstatus, waarschuwen milieugroeperingen zoals het WWF voor de mogelijke negatieve gevolgen van dit besluit en roepen ze in plaats daarvan op tot betere bescherming van de kudde. WWF-expert Christian Pichler omschreef het besluit als een “vals signaal” en riep op tot meer wetenschappelijk onderbouwde maatregelen om de kuddes te beschermen.
De ontwikkeling laat een onevenwicht zien tussen de belangen van de landbouw en de bescherming van soorten, en de druk op de EU groeit om eindelijk een oplossing te vinden die recht doet aan beide partijen. De komende weken zullen cruciaal zijn om te zien of de wijzigingen in de richtlijnen daadwerkelijk worden doorgevoerd en welke verdere stappen de Europese instellingen ondernemen.