Gemeenschapsfinanciën in Upper Oostenrijk: een race tegen faillissement
Gemeenschapsfinanciën in Upper Oostenrijk: een race tegen faillissement
In het bovenste Oostenrijk maakt een alarmerende situatie een plank: elke tweede gemeenschap kan in 2025 failliet zijn. Deze zorgwekkende voorspelling dwingt de deelstaatregering om de financiële hulp voor de benodigde gemeenschappen drastisch te vergroten - van 5,5 miljoen euro tot maar liefst 55 miljoen euro in de afgelopen vier jaar. Maar wat leidt tot deze zorgwekkende ontwikkeling?
Het gebrek aan financiële middelen heeft al een merkbare impact: levendige sociale structuren dreigen te vervallen. In veel gemeenschappen lopen basisdiensten zoals warme schoollunch en ondersteuning voor sportclubs al gevaar. Een beknopt voorbeeld is de situatie in Feldkirchen an der Donau. Daar kunnen de lunchkosten van momenteel 3,75 euro stijgen tot maximaal 7,50 euro. Dit zou snel 70 euro meer per maand goedmaken voor een gezin met een schooltijdig kind. Burgemeester David Allstorfer (SPö) vreest dat een dergelijke maatregel zou kunnen leiden tot "totale wegwerp".
Ghaalde middelen en hoge belastingen
De financiën van de gemeenschappen staan onder sterke druk. Een belangrijk probleem is de verhoging van de belastingen die de deelstaatregering van de gemeenten eist. Bettina Lancaster, de burgemeester van Steinbach Am Ziehberg (SPö), meldt dat haar gemeenschap niet langer financiële middelen heeft om lokale verenigingen te promoten. Dit brengt het sociale leven op het terrein in gevaar omdat sport-, culturele en rijclubs massaal worden getroffen.
De stijgende kosten van levensonderhoud en inflatie hebben de financiële situatie van veel gemeenschappen drastisch aangescherpt. Als gemeenten geen eigen geld meer hebben, kunnen ze geen federale fondsen aanvragen voor noodzakelijke investeringen. Dit leidt tot een vicieuze cirkel: gesloten jeugdcentra, vervallen speeltuinen en verouderde schoolgebouwen zijn de gevolgen. Burgers voelen deze noodgeval eerst.
De burgemeesters beschuldigen de staat van Upper Oostenrijk om hoge financiële verplichtingen op te leggen, wat de gemeentelijke fondsen verder vermindert. Gouverneur Thomas Stelzer (ÖVP) en Vice Manfred Haimbuchner (FPö) worden bijzonder bekritiseerd. De gemeenten moeten de hogere betalingen in het reine komen - en dit brengt hen tot de grenzen van hun prestaties. Transparantie bij het omgaan met de inkomsten van de zo -aangedreven "staatsheffing" is slecht, en het gebruik van deze fondsen blijft vaag.
Politieke eisen
Om de precaire situatie onschadelijk te maken, hebben de SPö en de gemeentelijke vereniging van Upper Oostenrijk (GVV Upper Oostenrijk) een aantal voorstellen gedaan. Dit omvat het intrekken van de huidige staatsheffing, de ontslag van de ziekenhuizen en een hervorming van het zorgsysteem. Bovendien roepen ze op tot de introductie van een noodpakket voor zorg om de financiële last voor de gemeenten te verminderen zonder de kwaliteit van de zorg in gevaar te brengen.
De situatie in Upper Oostenrijk geeft aanleiding tot bezorgdheid. Als de financiële voorwaarden van de gemeenschappen niet snel veranderen, is er een enorm verlies van sociale en infrastructurele aanbiedingen. Dit zal niet alleen de kwaliteit van leven van de burgers beïnvloeden, maar ook de sociale structuur van veel gemeenschappen in gevaar brengen.
Kommentare (0)