Constitutioneel Hof versterkt ORF-bijdrage: een belangrijke stap voor de media!
Het Grondwettelijk Hof bevestigt de grondwettigheid van de ORF-bijdrage, prijst de democratische betekenis ervan en beoordeelt de financiering als noodzakelijk.

Constitutioneel Hof versterkt ORF-bijdrage: een belangrijke stap voor de media!
Op 2 juli 2025 bevestigde het Grondwettelijk Hof (VfGH) de grondwettigheid van de ORF-bijdrage van 15,30 euro per huishouden en maand, wat wordt gezien als een belangrijke stap op weg naar de financiële zekerheid van de publieke omroep in Oostenrijk. Dit besluit wordt door Heinz Lederer, voorzitter van de Raad van Bestuur van ORF, als ‘baanbrekend’ gezien, die de noodzaak van stabiele financiering voor het ORF benadrukt.
De VfGH maakte duidelijk dat de ORF-bijdrage constitutioneel was en het gelijkheidsbeginsel niet schond. Dit betekent dat huishoudens die geen gebruik maken van de ORF-dienst niet beter af zijn dan huishoudens die dat wel doen. In haar motivering betoogde de VfGH dat het gelijkheidsbeginsel niet vereist dat de bijdrage gekoppeld is aan de daadwerkelijke consumptie van het ORF-aanbod. Veeleer is de maatschappelijke betekenis van de omroep cruciaal voor de democratische en culturele taak.
Maatschappelijke betekenis van omroep
Het Grondwettelijk Hof heeft benadrukt dat het in het belang is van de samenleving als geheel om het publieke debat via omroepen te waarborgen. Gebruikers hebben op elk moment en vanaf elke locatie toegang tot het ORF-aanbod, wat de relevantie van de bijdrage nog eens onderstreept. Dit is in lijn met het wettelijke kader dat ook geldt in andere Europese landen waar de uitzendingen via vergoedingen worden gefinancierd.
In Duitsland wordt de publieke omroep bijvoorbeeld ook gefinancierd via vergoedingen, ongeacht of er ontvangstapparatuur beschikbaar is. Het Federaal Constitutioneel Hof heeft deze praktijk als constitutioneel erkend. Soortgelijke verschillen doen zich voor in Denemarken, waar een vergoedingsmodel is vervangen door op inkomen gebaseerde belastingfinanciering, terwijl Italië te maken heeft met politieke strijd over de financiering van omroepen.
Kritiek op het besluit
Ondanks de positieve beoordeling door het Grondwettelijk Hof zijn er ook kritische stemmen, vooral vanuit de FPÖ. Mediawoordvoerder Christian Hafenecker omschreef het besluit als een “mislukte wet” en bekritiseerde de wijziging van de GIS-vergoeding naar de ORF-bijdrage. De federale regering heeft bovendien besloten de bijdrage te bevriezen tot 2029, wat betekent dat het ORF genoodzaakt is een besparingspakket in de orde van drie cijfers samen te stellen om de financiële uitdagingen het hoofd te bieden.
Over het geheel genomen blijkt uit het besluit van de VfGH dat de financiering van de omroep in Oostenrijk een centrale kwestie is die ook in de toekomst intensief besproken zal blijven. De duidelijke boodschap van de rechtbank onderstreept het belang van stabiele financiering voor het ORF om zijn culturele en democratische taken uit te voeren.
Meer informatie over het besluit van de VfGH is te vinden op VfGH en over de regelgeving inzake omroepfinanciering in Europa Parlament.gv.at.
In de komende maanden zullen de gevolgen van dit besluit voor zowel het ORF als de financiering van de omroep in Oostenrijk verder moeten worden gevolgd.